28 April 1906.
123
tusschen het verkochte terrein en den aangrenzenden
gemeentegrond sectie B, no. 5555, en verder onder
de volgende voorwaarden:
dat de kooper, zoo voor zich als voor zijne recht
verkrijgenden, zich verbindt tot het volgende
a. binnen een jaar na de onderteekening der koop
akte op den gekochten grond gebouwen te stichten,
waarvan de gevels aan de straatzijde geene mindere
hoogte dan 8 M. boven het trottoir mogen hebben,
terwijl niet dieper mag worden gebouwd dan 15 M.
gemeten uit de rooilijn
b. om den noordelijken zijgevel aan de buitenzijde
zoogenaamd schoon te werken en te voegen
c. op den gekochten grond geene bierhuizen of
inrichtingen, als bedoeld in dc hinderwet, op te rich
ten, met uitzondering van slachterij en bakkerij
dat, wanneer de kooper of zijne rechtverkrijgenden
aan een der gestelde voorwaarden niet mochten vol
doen, zij, na op hunne kosten in gebreke te zijn ge
steld, voor eiken dag verzuim eene boete zullen ver
beuren van één galden ten behoeve der gemeente
dat de betaling der koopsom zal geschieden bij de
onderteekening der koopakte ten kantore en tegen
kwitantie van den gemeente-ontvangeren
dat de kosten van zegel, leges, registratie, overschrij
ving in de openbare registers en alle andere kosten, op
de verkooping vallende, ten laste zijn van den kooper.
13. Prae-advies van burgemeester en wethouders op het
voorstel van de heeren Scheltus, Van Keppel en Sassen,
om de voorjaarskermis niet meer te doen plaats hebben, lui
dende als volgt
„In uwe vergadering van 23 December 1905 kwam een voor-
„stel ter tafel van uwe medeleden de heeren Scheltus, Van
„Keppel en Sassen, om de voorjaarskermis niet meer te doen
„plaats hebben.
„Besloten werd dit voorstel te verzenden naar burgemeester
„en wethouders, ten einde den raad in deze van advies te
„dienen, in verband met de finantieele gevolgen voor de ge
beente, alsook naar de kamer van koophandel en fabrieken,
„met het oog op de handelsbelangen, welke bij het voorstel
„betrokken zijn.