128 28 April 1906. De voorzitter stelt voor, al deze stukken in besloten zitting te behandelen. Waartoe besloten wordt. B. Verslagen. 1. Door den heer VERSCHRAAGE wordt namens de com missie, belast geweest met het onderzoek der rekening van het gesticht voor R. K. oude vrouwen over 1905, gerappor teerd, dat zij die rekening heeft nagezien en in orde bevonden en bij de commissie alzoo geen bezwaar bestaat gemelde reke ning goed te keuren. De voorzitter dankt de commissie en in het bijzonder haren rapporteur voor het gehouden onderzoek en uitgebracht verslag en stelt voor bedoelde rekening goed te keuren. Zonder bedenking wordt hiertoe besloten, bedra gende gemelde rekening in ontvangst f 25 675,67'a cn in uitgaaf f 14 157.19, sluitende alzoo met een batig saldo van f 11 518,48'o. De heer BLOEMARTS, lid van het college van regenten van gemeld gesticht, wordt geacht' niet tot dit besluit te hebben medegewerkt. 2. De heer VAN KEPPEL, alsnu het woord gevraagd en verkregen hebbende, wijst erop, dat door hem in de ver gadering van 5 September j.l. de vraag is gesteld, of het niet mogelijk ware, in verband met de exploitatie van paardentrams in deze gemeente, maatregelen te riemen tegen overlading en het invoeren van halten of vaste stopplaatsen. Spreker achtte dit in het belang van het publiek en ook .om het afbeulen der paarden zoove.l mógelijk tegen te gaan. Toen is door den voorzitter de toezegging gedaan, dat in overleg zou getreden worden met de directiën der verschillende tramweg-maat schappijen. Als belangstellende in deze zaak en meenende, dat de be doelde maatregelen van veel nut zouden zijn, wenschte spreker wel te weten, wat door burgemeester en wethouders in deze is verricht en in welke phase de zaak thans staat.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1906 | | pagina 128