142 19 Mei 1906. gemeene politie-verordening voor deze gemeente, welke in de openbare vergadering van 28 April 1906 is vastgesteld. De voorzitter stelt voor, dit schrijven voor kennisgeving aan te nemen. Waartoe besloten wordt. 12. Schrijven van de gedeputeerde staten voornoemd, d.d. 3 Mei 19tU, Q, no. 267, houdende eenige bedenkingen tegen de ingezonden verordening tot wijziging van de algemeene politie verordening voor deze gemeente, vastgesteld in de openbare vergadering van 7 April 1906. De voorzitter stelt voor dit schrijven om bericht en advies te stellen in handen van de commissie voor de straf verordeningen. Waartoe besloten wordt. 13. Ontwerp-adres aan Hare Majesteit de Koningin, ter ver krijging van vrijstelling opnieuw van de verplichting tot op richting eener burgerdagschool, luidende als volgt: Aan Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden. „Geeft eerbiedig te kennen het gemeentebestuur van Breda-, „dat bij Koninklijk besluit van 10 Juni 1903, no. 36, aan deze „gemeente tot I September 1906 vrijstelling is verleend van de „verplichting tot het oprichten eener burgerdagschool; „dat, aangezien die termijn weldra verstrijken zal, voornoemd „bestuur het zeer gewenscht acht, dat nadere ontheffing worde „verkregen, waartoe het zich de vrijheid veroorlooft het vol gende aan Uwe Majesteit voor te dragen „dat, met het oog op den plaatselijken toestand, het niet te „verwachten is, dat jongelieden, voor wie zoodanige school „meer bijzonder bestemd is, daarvan zouden gebruik maken, „daar zij, na het verlaten van de scholen voor lager onderwijs, „meerendeels tot eenig ambacht of beroep worden opgeleiden „desdaags verhinderd zouden zijn de school te bezoeken; „dat naar het bescheiden oordeel van het verzoekend be- „stuur dezelfde gronden aanwezig zijn als vroeger, om deze „gemeente opnieuw voor een zeker aantal jaren ontheffing te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1906 | | pagina 142