19 Mei 1906.
145
„Bij uw besluit van 10 Februari 1906, A no, 9, werd om
„prae-advies in onze handen gesteld een adres van de Sint
„Fidelis-vereeniging alhier, verzoekende kosteloos drinkwater
„en gas ten behoeve dier vereeniging.
„Dit adres is behandeld in eene vereenigde vergadering van
„burgemeester en wethouders en de commissie van bijstand in
„het beheer der gasfabriek en waterleiding, en die vergadering
„was van oordeel, dat het geven van kosteloos drinkwater en
„gas aan de verzoekende vereeniging, er vanzelf toe zou Iei-
„den, dat vele soortgelijke vereenigingen van weldadigheid ge-
„lijke aanspraken zouden doen gelden, en dat, afgescheiden hier-
„van, het toestaan van het verzoek in strijd zou zijn met de
„bestaande verordeningen, op het stuk van het verstrekken
„van gas en water, welke verordeningen gegrond zijn op
„hetgeen tot de taak der gemeente behoort, waartoe niet kan
„gerekend worden het toekennen van een privilegie aan par
ticuliere vereenigingen, hoe lofwaardig haar doel wezen moge.
„Op grond hiervan hebben wij de eer U te adviseeren, af
wijzend op het verzoek te beschikken."
De voorziter stelt deze zaak aan de orde.
De heer HEIjLAERTS zegt, dat hij zich moet vereenigen met
het prae-advies van burgemeester en wethouders, op grond van
het precedent, dat de raad zou stellen. Toch wenscht spreker
erop te wijzen, dat het nut dezer inrichting zeer groot is. Als
bewoner van den Haagdijk en als zoodanig de ondervinding
opdoende, wat er zooal in die buurt voorvalt, kan spreker ge
tuigen, dat de verbetering kolossaal is en de invloed der ver
eeniging reeds duidelijk merkbaar. De straatschenderijen waren
vroeger meer dan erg, doch daarin is in den laatsten tijd eene
zoodanige verbetering gekomen, dat spreker openlijk zijne in
stemming wil betuigen met het streven der vereeniging.
Het doet den heer SMITS genoegen, dat de heer Heijlaerts
erkent, dat deze vereeniging veel goeds sticht, doch spreker
meent, dat het bij eene zoodanige verklaring niet blijven mag.
De aanvrage betreft enkel wat drinkwater en een weinig licht voor
de armen. Er wordt echter gewezen op het stellen van een
precedent, doch, waar ook subsidiën worden gegeven voor
festiviteiten, monumenten en dergelijke, ziet spreker er geen
bezwaar in, deze aanvrage toe te staan. Dat kan geschieden