146
19 Mei 1606.
onder bepaalde voorwaarden en behoudens opzegging na ver
loop van een jaar.
Spreker herhaalt, dat het hier geldt de aanvrage om een beker
water met wat licht voor de armsten onzer medemenschen.
Wanneer alle leden met het werken en streven dezer vereeni-
ging goed bekend waren, dan zou hunne aarzeling, om het ver
zoek toe te staan, weldra overwonnen zijn; te meer, wijl het
spreker niet onbekend is, dat vele leden het verzoek wel zouden
inwilligen, indien zij slechts durfden. Spreker had dan ook gaarne
gezien, dat dezerzijds een duidelijk blijk van sympathie ware
gegeven met het doel en werken der vereeniging.
De heer VAN DONGEN wijst op de groote behoefte, welke
hier bestaat. Er is betrekkelijk niets. De paters moeten leven
van de giften, welke zij van liefdadige stadgenooten en anderen
ontvangen. Het verzoek geldt echter niet voor de paters, maar
voor de zeer arme kinderen, welke zij opvoeden en tot nuttige
leden der maatschappij trachten te vormen. De vereeniging strekt
dus tot welzijn der gemeente. Spreker stemt daarom geheel in
met de woorden van den heer Smits en zal gaarne het verzoek
steunen.
De voorzitter doet opmerken, dat het hier geldt de lief
dadigheid, en dat het beoefenen daarvan zooveel mogelijk aan
particulieren moet worden overgelaten.
Het prae advies van burgemeester en wethouders wordt alsnu
in stemming gebracht en aangenomen met 15 tegen 5 stemmen.
Vóór stemden de heeren Lijdsman, Van Mierlo, Van Hal,
Reigersman, Teychiné, IngenHousz, Rombouts, Scheltus,
Heijlaerts, Jacoby, Bloemarts, Staal, Van Keppel, Sassen
en de voorzitter.
Tegen waren de heeren Van Dongen, Van Dam, Smits, Vis
sers en Slechtriem.
18. Bezwaarschriften van personen tegen hunnen aanslag in
den hoofdelijken omslag dezer gemeente voor het dienstjaar
1909.
19. Brieven van de gedeputeerde staten dezer provincie, ge
leidende adressen van personen, die beroep bebben ingesteld