16 Juni 1906. 155 Zoodat mejuffrouw J. E. Heuwekemeijer voornoemd is benoemd tot onderwijzeres in de nuttige handwer ken voor meisjes aan de openbare school aan de Boschstraat alhier, op de aan die betrekking ver bonden jaarwedde, overeenkomstig de verordening, regelende de jaarwedden van het onderwijzend per soneel in deze gemeente, in te gaan met den dag harer infunctietreding en met bepaling, dat de be noemde, eervol ontslag verlangende, het verzoek daar toe minstens drie maanden te voren behoort in te dienen. De voorzitter dankt heeren stemopnemers voor het door hen als zoodanig verrichte. 9. Schrijven van het burgerlijk armbestuur alhier, daarbij ter goedkeuring aanbiedende de rekening en verantwoording van gemelde administratie over het dienstjaar 1905, vergezeld van de daarbij behoorende bewijsstukken. De voorzitter stelt voor deze rekening ter fine van onderzoek te stellen in handen eener commissie van drie leden. Hiertoe besloten zijnde en nadat de raad zijn verlangen had te kennen gegeven, dat de voorzitter die commissieleden zal aanwijzen, worden door hem als zoodanig benoemd de heeren Bloemarts, Slechtriem en Van Dongen. 10. Schrijven van het college van regenten van het oude mannenhuis alhier, d.d. 25 Mei 1906, no. 252, daarbij ter goed keuring aanbiedende de rekening van ontvangsten en uitgaven van gemeld gesticht over het jaar 1905. De voorzitter stelt voor, deze rekening eveneens ter fine van onderzoek te stellen in handen eener commissie van drie leden. Hiertoe besloten zijnde en nadat de raad zijn verlangen had te kennen gegeven, dat de voorzitter die commissieleden zal aanwijzen, worden door hem als zoodanig benoemd de heeren mr. W. IngenHousz, J. R. baron van Keppel en A. F. Smits. 11. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier, daar bij, naar aanleiding van de ingekomen adressen om concessie

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1906 | | pagina 155