172 16 Juni 1906. heid, behoort ook de gemeenteraad. Doch dan moet men niet enkel de prostituées zien, maar de geheele zondige wereld. Daarom acht spreker het behoud der bordeelen noodzakelijk. Het kwaad mag niet als een zuurdeesem over de geheele ge meente verspreid worden, maar moet geconcentreerd worden. Waar het niet geheel is uit te roeien, moet getracht worden, dat kwaad binnen bepaalde perken te houden. Nu kan men wel zeggen, dat de keuring weinig geeft, doch spreker wenscht hieromtrent mede te deelen, wat in 1864 dien aangaande hier ter stede is voorgevallen. Toen was het in het garnizoen treurig gesteld. De toestand was zoo slecht, dat van regeeringswege werd aangedrongen op beter toezicht, wijl anders het garnizoen zou verplaatst worden. Het toezicht is toen verscherpt en al zeer spoedig daalde het aantal verpleegden in het militair hospitaal van 84 op 10. En nu moge, van een theoretisch standpunt beschouwd, beweerd worden, dat de keuring geen waarborg geeft, prac- tisch gelooft spreker er wel degelijk aan. Het ware dan ook te wenschen, dat er eene rijkswet kwam, welke de keuring van publieke vrouwen verplichtend stelde. Eindelijk wordt gezegd, dat het menschonteerend is, wanneer men eene vrouw verplicht zich aan keuring te onderwerpen, doch vrouwen, die zich aan ontucht overgeven, hebben zich zelf al onteerd; deze behoeven niet meer onteerd te worden. Spreker wenscht dan ook den raad in overweging te geven, om de keuring niet af te schaffen, doch de bepalingen dienaangaande zooveel mogelijk trachten te verscherpen. De heer VAN KEPPEL wijst erop, dat hij over deze ernstige en onverkwikkelijke zaak slechts het woord wenscht te voeren, om enkele punten te bespreken, welke op de bijeenkomst in het „Hof van Holland" op 9 December j.l. zijne bijzondere aan dacht hebben getrokken. De rede van den heer Pierson noemt spreker onlogisch van het begin tot het eind, hetgeen spreker met enkele voorbeel den aantoont. Daarbij werd o.a. aangehaald dat Napoleon de keuring heeft ingevoerd ter wille van zijn leger. Ook werd als voorbeeld genoemd de invoering der beetwortelcultuur. Een Fransch doctor zou de keuring hebben aanbevolen. Vooral echter verdient het opmerking, dat de verschillende sprekers van dien avond de zaak alleen beschouwd hebben van een etisch standpunt en dat zij de medische zijde geheel hebben

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1906 | | pagina 172