174
16 Juni 1906.
brengen. Vooraf moet dus worden uitgemaakt, of de raad zoo
danige verordening wenscht. Dan zal de commissie trachten,
bepalingen samen te stellen,-welke, naar haar oordeel, genade
zullen vinden in de oogen van de uitvoerende macht en van
den hoogen raad. Doch ook hieromtrent kan niets met zeker
heid worden gezegd.
De heer VAN MIERLO is het volkomen eens met de be
zwaren van den heer Bloemarts, doch meent, dat deze hem
nog op één punt zou kunnen voorlichten, namelijk of de thans
bestaande bepalingen nog van eenig nut zijn. Spreker heeft
dit hooren betwijfelen.
De heer BLOEMARTS wenscht, als zijne persoonlijke over
tuiging, mede te deelen, dat de voornaamste kracht aan de ver
ordening ontnomen is door de intrekking van art. 231. Dit is
echter geschied op aandrang van den minister, wijl anders de
verordening ter vernietiging aan de Koningin zou zijn voorge
dragen.
In hoever echter ten aanzien van een nieuw artikel of eene
nieuwe verordening de tegenwoordige minister zich op het
zelfde standpunt zou plaatsen, valt moeielijk uit te maken.
Intusschen is spreker niet overtuigd, dat afschaffing der keu
ring of intrekking der verordening goed is. Heeft de raad een
maal dit besluit genomen, dan zal men er later moeielijker toe
komen, om dienaangaande weer verbodsbepalingen in het leven
te roepen. Daarom is spreker ervoor, om te behouden wat men
heeft.
De heer REIGERSMAN stelt voor, aan de commissie voor
de strafverordeningen op te dragen eene nieuwe verordening
te ontwerpen en aan den raad over te leggen.
De heer JACOBY zegt, dat, toen door hem het voorstel
werd gedaan om de keuring van pub'ieke vrouwen af te schaf
fen, hij dit op de eerste plaats deed, omdat de keuring de
prostitutie in de hand werkt en op de tweede plaats, omdat
zij slechts dient om reclame te maken. Er is geen enkele macht,
welke eene publieke vrouw kan dwingen, om zich aan keu
ring te onderwerpen. De vrouwen gaan, als ze gezond zijn,
doch als ze ziek zijn, blijven ze thuis. Zelfs, al laten zij zich
onderzoeken, dan kan men haar nog niet verplichten, om zich
in het ziekenhuis te laten verplegen.