16 Juni 1906. 177 „nemers gewaarborgd worden voor hunne aannemingssom, „hebben wij het gevoelen ingewonnen van de kamer van koop handel en fabrieken alhier en van de kamer van arbeid voor „de bouwbedrijven te Breda, wier adviezen met de voorbe doelde adressen wij de eer hebben hierbij over te leggen. „Overeenkomstig uw verlangen, doen wij U gaarne over deze „aangelegenheid ons gevoelen kennen. „Het komt ons voor, dat het niet ligt op den weg der ge- „meente te treden in eene zaak, welke, als zijnde van parti culieren aard, geheel tusschen werkgever en werknemer moet „geregeld worden. En deze onze meening geldt zoowel voor „loon en werktijd als voor de onder-aannemers. „De werkgever moet o.i. de bevoegdheid behouden zijne „werknemers te beloonen naar hunne bekwaamheid, ijver en „geschiktheid en niet gebonden zijn aan een vastgesteld mini- „mum-loon met maximum-arbeidsduur, terwijl het aan een onder aannemer, die tot de gemeente in geen enkele betrekking „staat, moet worden overgelaten zijn eigen belang te behar tigen. Ging de gemeente op het verzoek in, dan zou zij ook „aan hen, die hetzij geringe, hetzij groote leveringen deden „aan een aannemer, het hun toekomende moeten waarborgen. „En naar alle waarschijnlijkheid zou de gemeente in eindeloos „groote en kleine geschillen betrokken worden. „Wij hebben derhalve de eer U in overweging te geven op „de bovenbedoelde addressen afwijzend te beschikken." De voorzitter stelt voor deze zaak eveneens aan te hou den tot de volgende vergadering. Waartoe besloten wordt. 24. Bezwaarschriften van personen tegen hunnen aanslag in den hoofdelijken omslag dezer gemeente voor het dienstjaar 1905. 25. Schrijven van de gedeputeerde staten van Noord-Bra bant, geleidende een adres van beroep tegen den aanslag in den hoofdelijken omslag dezer gemeente voor het dienstjaar 1905. 29. Eerste aanvullingskohier van den hoofdelijken omslag dezer gemeente voor het dienstjaar 1906.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1906 | | pagina 177