14 Juli 1906. 189 Spreker vraagt, of het niet mogelijk is deze zaken aan elkan der te verbinden en zoodoende te trachten, er eenig ander voordeel voor in de plaats te krijgen. De voorzitter zegt, dat het door den heer Heijlaerts bedoelde onderwerp met deze zaak in geenerlei verband staat, omdat het gemeentebestuur van Telcringeti daar'ij niet betrok ken is. Dat betreft domeingrond, toebehoorende aan den staat, doch enkel gelegen onder de gemeente Tetcringen. De heer INGENHOUSZ zal niet in herhalingen treden van hetgeen door hem reeds vroeger over deze zaak in het midden is gebracht. Enkel wil spieker erop wijzen, dat thans beves tigd wordt, hetgeen door hem herhaaldelijk is beweerd, n.l. dat Tetcringen alles wil hebben, doch niets wil geven. Daar om wil spreker deze zaak als afgedaan beschouwen en alle verdere onderhandelingen dienaangaande met Teteringen af breken. Men kan dan den toestand laten zooals hij is. Het onderhoud van den anderhalve kilometer weg is voor Breda zulke groote kosten niet, om daarvoor hare rechten prijs te geven. De heer VAN HAL deelt de opinie van den vorigen spreker niet. Men spreekt van rechten en lusten, doch Breda heeft niets dan lasten. De weg heeft altijd behoord aan Teteringen-, op Breda rust alleen de verplichting tot onderhoud. Spreker heeft nog dezer dagen den weg ter plaatse opgenomen en is tot de overtuiging gekomen, dat die weg er erbarmelijk uitziet. Ook de beplanting dient eruit verwijderd te worden. In het belang van den weg zou spreker daarom gaarne zien, dat Breda er afstand van deed. De slechte toestand heeft al jaren lang geduurd. Teteringen heeft dien weg voor de wandelaars nog begaanbaar gehouden, door er trottoirs aan te leggen. Spreker begrijpt dan ook niet, waarom Breda zoo hostiel moet zijn tegenover eene andere gemeente. Waar dit voor onze ge meente voordeeliger is, kan er geen bezwaar bestaan, om dien weg in orde te laten maken. De heer SMITS doet opmerken, dat Teteringen, nu die weg daar productief geworden is voor die gemeente, het onderhoud wil overnemen. Vroeger werd dit altijd aan Breda overgelaten. Waarom is Teteringen met dit verzoek niet 30 jaar vroeger

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1906 | | pagina 189