18 13 Januari 1906. 17. Schrijven van de commissie van beheer van de gemeente- teekenschool alhier, d.d. 11 januari 1906, daarbij in overweging gevende den heer L. van der Pol, thans assistent-onderwijzer, te benoemen tot leeraar aan gemelde inrichting, en zulks in verband met de hoogere afdeeling bouwteekenen, waarin thans door hem wordt les gegeven. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking te kennen gevende, wordt dienovereenkomstig besloten; wordende deze benoeming geacht te zijn ingegaan met 1 October 1905. 18. Kohieren wegens het gebruik van openbaren gemeente grond voor het dienstjaar 1906, als a. wegens aanwezige kluizen enz., opgemaakt krachtens art. 2 sub C der verordening op de heffing van een recht voor het gebruik van openbaren gemeentegrond, vastge steld bij raadsbesluit van 15 November 1902, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 30 December 1902, no. 61; b. wegens aanwezige beerputten, opgemaakt krachtens art. 2 sub D van gemelde verordening; en c. wegens aanwezige spoorstaven, opgemaakt krachtens art. 2 sub E van gemelde verordening. Zonder bedenking worden gemelde kohieren vast gesteld, respectievelijk ten bedrage van f 46,—, f36,25 en f 73,25. 19. Voorstel tot het in eigen beheer doen rooien van 27 stuks iepeboomen, staande op den rijksweg van Breda naar Prin- senhage, ten zuidwesten van den Haagweg tot het café „Duiten huis" onder Prinsenhage. De voorzitter vraagt, of de raad zich met dit voorstel kan vereenigen. De heer VAN DAM geeft in overweging het rapport eerst bij burgemeester en wethouders in behandeling te stellen. De heer VAN HAL, ofschoon in het algemeen geen voor stander om stukken te behandelen, welke niet ter visie hebben gelegen, wij erop, dat het nu het geschikte tijdstip is, om boomen te rooien.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1906 | | pagina 18