14 Juli 1906. 195 „Haar ambtenaren zijn ervoor om te zorgen dat de gemaakte bepalingen worden nagekomen. „Door de invoering van een korteren werktijd stijgt de pro ductie, daargelaten nog de belangen van den werkman op „moreelen en physieken aard. „Mr. E. Fokker sprak in 1897, te Rotterdam, de gemeente „behoort als werkgeefster niet onder te doen voor particuliere „patroons. „De heer Pijnappel sprak in de 2de Kamer o.m. ook in de „Rijksbestekken behooren naar mijn meening bepalingen op genomen te worden tot wering van misbruiken tegenover de „arbeiders en zijn meening was, dat noch particulier, noch ge- „meente, noch rijk zich eraf kon maken met te zeggen: wat „de aannemer doet tegenover zijn werklieden gaat mij niet aan, „terwijl hij het een misbruik noemde de economische wet van „vraag en aanbod te laten heerschen op dit gebied als alleen- „heerscheres. „In denzelfden geest spraken ook Drucker, Heemskerk en „Pyttersen. „Mr. Q. M. den Tex zeide in 1896, dat hij is beslist voor stander, zoowel van korteren arbeidsdag als van staatsbe moeiing om die in te voeren. „Mr. M. W. F. Treub verklaarde in het openbaar voorstan der van die regeling te zijn. „Mijne heeren! het zou te lang duren U nog meer anderen „te noemen, vooral in het buitenland, maar laat ik de vrees „van het dagelijksch bestuur van zich daarin te moeien geheel „ongemotiveerd noemen. „Wat andere plaatsen doen, waar de heeren zich zoo vaak „op beroepen, kan toch ook hier; zie Amsterdam, welk voor beeld door vele andere plaatsen gevolgd is. „Een rapport van het centraal bureau voor sociale adviezen „geeft daarvan een opsomming: de departementen van binnen- „landsche zaken, justitie, waterstaat en oorlog; de provinciën „Friesland, Zuid-Holland, Gelderland en Limburg, de gemeenten „Amsterdam, Haarlem, Alkmaar, Hoorn, Hilversum, Zaandam, ,,'s-Hage, Leiden, Gouda, Delft, Middelburg, Vlissingen, Goes, „Utrecht, Amersfoort, Nijmegen, Zutphen, Wageningen, Zwolle, „Assen, Leeuwarden, Harlingen, Sneek, Schoterland, Opsterland, ,,'t Bildt, Weststellingwerf, Winschoten, Sappemeer; in voorbe reiding of reeds in beginsel aangenomen zijn de bepalingen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1906 | | pagina 195