14 Juli 1904. 199 1 Vissers is aangetoond en ook uit de plaatselijke bladen genoeg zaam is gebleken. Waar rijk en provincie, alsmede een 30-tal gemeenten in ons land reeds zijn voorgegaan, is er geen bezwaar tegen dat Breda dat voorbeeld volgt. Er is tegengeworpen, dat er hier ter stede nog geene misbruiken bestaan, doch deze moet men trachten te voorkomen, meent spreker, 't Is eene zaak van verdere strekking. De gemeente, als overheid, moet zorgen voor de belangen harer werklieden, en daarom acht spreker het wen- schelijk, dat de gemeente in deze voorgaat. De concurrentie bij aanbestedingen is groot. Daarom wordt het zoogenaamde doode materiaal zeer nauwkeurig omschreven; niet de werk lieden. En het gevolg daarvan is, dat geconcurreerd wordt door het in dienst nemen van minder goede arbeidskrachten. Spreker acht het daarom wenschelijk, dat burgemeester en wethouders hun voorstel terugnemen en alsnog een nader voorstel zullen doen betreffende het minimum-loon en den maximum-arbeidsduur, in de bestekken voor gemeentewerken op te nemen. De heer SLECHTRIEM zegt, dat hij zeer goed kan medegaan met het betoog van den heer Sassen. Spreker acht het zelfs raadzaam, dat er eene commissie worde benoemd voor de vaststelling van het loon voor de verschillende vakken. De heer ROMBOUTS meent, dat het niet ligt op den weg der gemeente, om het loon der werklieden te bepalen. Ging zij daartoe over, dan zou zij ook de eischen moeten vast stellen, waaraan de werklieden moeten voldoen, alzoo een soort van examen gaan instellen. 'Spreker gunt den werkman gaarne een goed loon. Is dat onvoldoende, dan moeten zij zeiven trachten daarin verbetering te krijgen. Willen zij, om dat doel te bereiken, tot de oude gilden terugkeeren, in gewijzigden vorm natuurlijk - dan zal spreker dit toejuichen. Dat dit doel bereikbaar is, blijkt reeds uit de loonsverhooging voorde werklieden in de bouwvakken, welke op 1 September a.s. in werking treedt. Wanneer in de bestekken het loon wordt be paald voor werklieden, dan zou dit alleen kunnen geschieden voor de bouwvakken; doch waarom dan ook niet bepaald voor de drukkers en voor fabrieksarbeiders, die de machinerieën en materialen vervaardigen, welke voor de gemeente gebezigd worden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1906 | | pagina 199