ONTWERP.
13 Januari 1906.
Tegenwoordig de heeren J. LIJDSMAN, B. C. VAN DONGEN,
J. A. J. W. VAN HAL, jhr. mr. A. REIGERSMAN, J. J. L.
TEYCHINÉ, A. J. A. VERSCHRAAGE, mr. W. INGENHOUSZ,
mr. M. P. M. VAN DAM, W. G. H. ROMBOUTS, F. J. M.
HEIILAERTS, A. F. SMITS, Ph. L. JACOBY, J. W. J. VISSERS,
W.J. SLECHTRIEM, L. J. STAAL, J. R. baron VAN KEPPEL,
H. A. SASSEN, L. A. M. VAN MIERLO, mr. P. M. J. E.
BLOEMARTS en E. H. A. GULJÉ, burgemeester, voorzitter.
Afwezig de heer A. P. SCHELTUS.
De voorzitter opent de vergadering en zegt, dat de
notulen van het verhandelde in de vergaderingen van 9 en 23
December 1905, overeenkomstig het bepaalde bij art. 8 van het
reglement van orde voor den gemeenteraad, ter inzage voor
de leden hebben gelrgen en hun bovendien in afdruk zijn toe
gezonden en vraagt, of iemand der leden alsnog voorlezing
daarvan verlangt, of eenige bemerkingen daartegen in het mid
den heeft te brengen.
De heer ROMBOUTS zegt, dat op bladzijde 269 van de ge
drukte notulen van 9 December 1905 is vermeld, als zou door
hem gezegd zijn, dat het traktement der hoofden van scholen
sedert 10 Juli 1882 niet meer gewijzigd is. Dit is niet juist.
Spreker heeft gezegd, dat het traktement van éénigen der hoofden
sedert dat tijdstip ongewijzigd is gebleven.
Verder is op bladzijde 307 van gemelde notulen, bij de be
handeling van het voorstel tot afschaffing der kermis, niet
volledig weergegeven, hetgeen door spreker over dit punt in
het midden is gebracht. Waar spreker het een misbruik heeft
genoemd, om de leden reeds te vor_n individueel af te vragen,
hoe zij over een zeker onderwerp denken, heeft hij daaraan
nog toegevoegd, dat dit te meer geldt, wanneer namen genoemd
worden, hetgeen de vrije stemming kan belemmeren. Spreker
Wen. ent dat de notulen in dien geest worden aangevuld.