202
14 Juli 1906.
De voorzitter antwoordt hierop, dat dan in beginsel tot
de invoering van minimum-loon en maximum-arbeidsduur be
sloten is.
Het prae-advies van burgemeester en wethouders wordt alsnu
in stemming gebracht, doch verworpen met 12 tegen 6 stemmen.
Tegen stemden de heeren Lijdsman, Teychiné, Verschraaqe,
IngenHousz, Heijlaerts, Smits, Jacoby, Vissers, Slecht-
riem, Staal, Van Keppel en Sassen.
Vóór waren de heeren Van Dongen, Van Hal, Reigersman,
Van Dam, Rombouts en de voorzitter.
De voorzitter zegt, dat de raad thans een voorstel van
burgemeester en wethouders kan tegemoet zien, waarbij met
de wenschen van den raad zal worden rekening gehouden.
17. Prae-advies van burgemeester en wethouders alhier, d.d.
6 Juli 1906, no. 1194, strekkende tot afwijzende beschikking
op het adres van A. C. Korteweg te Breda, waarin hij te
kennen geeft, den aan hem verkochten grond aan den Nassau-
singel, te accepteeren wanneer de bepalingen in de voorwaar
den zoodanig worden gesteld, dat de overdracht van den grond
geschiedt op 31 October 1906 en hij van nu af mag doorgaan
met bouwen.
De voorzitter, dit prae-advies nader toelichtende, vraagt,
of de raad zich daarmede kan vereenigen.
De heer JACOBY wijst erop, dat er een precedent gesteld
is ten opzichte van Rijppaert. Ook aan dezen is toegestaan
de koopsom eerst te betalen, nadat de grond reeds bebouwd
was.
De voorzitter zegt, dat de zaak-rijppaert niet met deze
is gelijk te stellen. Reeds vóór den verkoop van den grond
aan Rijppaert waren dienaangaande bepalingen gemaakt, welke
in het koopcontract waren opgenomen. Korteweg daarentegen
verlangt, dat de overdracht van den grond eerst plaats heeft
op 31 October a.s. en dat hij nu reeds met het bouwen een
aanvang kan nemen.
De heer VERSCHRAAGE betoogt, dat, wanneer de akte van
transport, eerst geruimen tijd later wordt opgemaakt, er ge
vaar bestaat, dat de kooper in conflict komt met den fiscus.