208 14 Juli 1906. De heer VAN KEPPEL vraagt, door wie de lantaarns zullen worden bediend, waarop de voorzitter antwoordt, dat dit door de gemeente Breda zal geschieden. Zonder verdere bedenking wordt alsnu besloten overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders. 21. Voorstel van burgemeester en wethouders betrekkelijk ■de rijkssubsidie ten behoeve der hoogere burgerschool, luidende als volgt „Nadat gebleken was, dat de hooge regeering bezwaar had, „om de gemeentelijke hoogere burgerschool tot eene rijks inrichting te verheffen en de rijkssubsidie slechts verhoogd „werd met ƒ500,—, trad bij ons het denkbeeld naar voren, „om te trachten, door verhooging van het schoolgeld, te ge- „moet te komen aan de groote kosten, welke voor de hoogere „burgerschool, na aftrek van schoolgelden en subsidie, blijven „ten laste van de gemeente. „Hieruit sproot voort, dat wij in ontwerp brachten een be- „sluit tot wijziging van de verordening op het heffen van „schoolgelden aan meergenoemde inrichting en dit om bericht „en raad zonden aan de commissie van toezicht op het mid delbaar onderwijs alhier. „Deze commissie en de directeur der hoogere burgerschool „hebben de belangrijke zaak met nauwgezetheid overwogen, „met het gevolg, dat de commissie voorstelt, niet de school gelden te verhoogen, maar een adres aan zijne excellentie „den minister van binnenlandsche zaken te zenden, overeen komstig het ontwerp, opgemaakt door den directeur, waaruit „op overtuigende wijze blijkt, dat de gemeente Breda aanspraak „mag maken op een veel hoogere subsidie dan zij thans ge- „niet, n.l. ƒ10000,—. „Met dit voorstel voor oogen, hebben wij gemeend, ons „eigen voorstel vooralsnog niet aan de orde te moeten brengen, „in afwachting, welke gevolgen de aanvrage eener hoogere „subsidie hebben zal. „Onder overlegging van alle schrifturen, welke wij te dezer „zake van de commissie mochten ontvangen, hebben wij der halve de eer U voor te stellen mede te gaan met het voorstel „der commissie, onder voorbehoud, in het adres aan den mi-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1906 | | pagina 208