14 Juli 1906.
209
„nister zulke cijferwijzigingen te maken, als ons zullen blijken
„noodig te zijn, en ook bepaaldelijk erop te wijzen, dat Nij
megen en Breda elk ƒ10 000,— subsidie genieten, terwijl de
„Nijmeegsche school reeds in 1902 op 224 leerlingen 203 leer
lingen telde van ingezetenen, alzoo van belastingbetalende
„burgers. Breda had einde 1905 slechts 110 leerlingen van
„ingezetenen. Zonder de buitenleerlingen was dan ook geen
„enkele parallelklas noodig.
„In het bijzonder vestigen wij er alsnog de aandacht op,
„dat de directeur ter zake een onderhoud heeft gehad met
„den minister persoonlijk, zoodat alles verricht is wat tot
„voorbereiding van het verzoekschrift dienstig kan geacht
„worden."
De voorzitter, dit punt aan de orde stellende, voegt er
aan toe, dat de zaak reeds geheel en al is voorbereid door
den directeur der hoogere burgerschool en dat er gegronde
redenen bestaan om aan te nemen, dat het adres bij den mi
nister in goede aarde zal vallen.
Zonder bedenking wordt alsnu besloten overeen
komstig het voorstel van burgemeester en wethouders.
22. Voorstel van burgemeester en wethouders, betrekkelijk
wijziging van de voorwaarden van waterverstrekking uit de
hoogdrukwaterleiding alhier, luidende als volgt:
„De ondervinding heeft de noodzakelijkheid doen gevoelen,
„om te herzien de voorwaarden, waarop water wordt verstrekt
„door de hoogdrukwaterleiding dezer gemeente.
„Vele artikelen eischten aanvulling of verbetering; en om
„een en ander gemakkelijk in het oog te doen springen, zijn
„in het wijzigingsontwerp, dat wij de eer hebben U hierbij
„over te leggen, de gewenschte verbeteringen aangebracht bij
„elk artikel, dat wijziging behoefde, zoodat de oude met den
„nieuwen tekst kan vergeleken worden.
„Het schijnt ons onnoodig toe, in eene uitvoerige memorie
„alle voorgestelde wijzigingen toe te lichten. Mocht over de
„eene of andere wijziging inlichting verlangd worden, dan zal
„die gaarne worden verstrekt.
„Omtrent één punt wenschen wij echter eene uitzondering
„te maken, namelijk het verhoogen der kosten van aansluiting,
„bedoeld in artikel 12.
