14 Juli 1906. 217 lossen van schepen nabij de Willemsbrug daardoor vanzelf achterwege blijven. De voorzitter antwoordt hierop, dat de singel hierdoor ten zeerste zou worden ontsierd en die plaats zeker niet de algemeene tevredenheid van het publiek zou wegdragen. De vrees, dat van de voorgestelde losplaats weinig gebruik gemaakt zal worden, deelt spreker niet, want dan zou het lossen op andere plaatsen verboden worden. De heer STAAL geeft te kennen, dat de toestand dan nog erger zou worden en zeer ten nadeele van de industrie. De heer VAN HAL kan zich evenmin vereenigen met de thans aangewezen losplaats. Spreker meent, dat er eene over eenkomst bestaat met den staat, waarbij is bepaald, dat de vaargeul tusschen de beide bruggen moet vrij blijven. Het maken eener losplaats tegenover de Emmastraat achtte spre ker dan ook beter geschikt. Daardoor zal de mogelijkheid ontstaan, dat op het nog onbebouwde gedeelte van den Aca demiesingel fabrieken zullen verrijzen. Spreker meent ook niet, dat de singel er zeer door ontsierd zou worden. De singels dienen niet uitsluitend voor luxe, maar ook voor han del en nijverheid. Bovendien behoeft de wandelweg niet ver sperd te worden, want er kunnen bepalingen gemaakt worden, dat de geloste goederen aanstonds moeten worden weggeruimd. De heer LIJDSMAN meent, dat de voorgestelde losplaats kan voldoen aan de gestelde eischen en dat de plaats in ieder ge val beter is dan bij het postkantoor. Anders moet men de brug gen maar draaibaar maken. De heer VAN HAL vindt het toch beter, als de schepen on geveer 250 meter dichter bij de fabriek kunnen komen. De heer LIJDSMAN acht de plaats tegenover de Emmastraat geheel ongeschikt. De heer TEYCHINÉ wijst erop, dat de zaak wijd en breed besproken is met burgemeester en wethouders en de bouw commissie. De thans aangewezen plaats achtte men echter nog het meest geschikt. Het terrein heeft eene lengte van 62 M., terwijl het voldoende ruimte biedt om te lossen. De Aca demiesingel wordt druk bezocht en is aangenaam voor de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1906 | | pagina 217