226
11 Auoustus 1906.
De voorzitter vraagt, of de raad er zich mede vereeni
gen kan, dat burgemeester en wethouders in dien geest eene
wijziging voorstellen.
De heer VAN DAM wil in overweging geven, om dan niet
alleen art. 14 te herzien, maar ook nog andere artikelen, welke
daarmede verband houden.
Zonder verdere bedenking wordt alsnu besloten,
het onderwerpelijke besluit voor kennisgeving aan te
nemen en burgemeester en wethouders uit te noodi-
gen, zoodanige wijzigingen voor te dragen, waarbij
met de bezwaren van gedeputeerde staten wordt re
kening gehouden.
6. Suppletoir kohier van aanwezige beerputten in den open
baren gemeentegrond, opgemaakt krachtens art. 2 sub D der
verordening op de heffing van een recht voor het gebruik van
den openbaren gemeentegrond, vastgesteld bij raadsbesluit van
15 November 1902, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 30
December 1902, no. 61.
Zonder bedenking wordt gemeld kohier vastgesteld
op een bedrag van 0,50.
7. Proces-verbaal van de op 30 Juli j.l. gedane kasopneming
bij den gemeente-ontvanger, waaruit blijkt, dat de boeken
regelmatig zijn bijgehouden en het onderzoek der registers en
bescheiden tot geene opmerkingen heeft aanleiding gegeven,
terwijl de ontvangsten over 1906 hebben bedragen ƒ333 496,82"
en de uitgaven 265555,075, zoodat, met inbegrip van het batig
slot over 1905, nog niet op de begrooting gebracht, ad ƒ48 229,98,
in kas moest zijn een bedrag van 67 941,75. Ten kantore van
den ontvanger is aanwezig bevonden een bedrag van ƒ52 601,75,
welk bedrag, met het saldo, ad 15 340,— bij de Amsterdam-
sche Bank aanwezig ter betaling van coupons en uitgelote
obligatiën, overeenstemt met het hiervoor genoemde kasgeld.
De voorzitter stelt voor, dit proces-verbaal voorkennis»
geving aan te nemen.
Waartoe besloten wordt.