11 Augustus 1906. 229 H. A. Sassen, A. F. Smits, J. W. J. Vissers en E. H A. Guljé, voorzitter. Derde afdeel ing uit de heeren Ph. L. Jacoby, F. J. M. Heijlaerts, W. G. H. Rombouts, J. A. J. W. van Hal, B. C. van Dongen, L. A. M. van Mierlo en A. P. Scheltus, voorzitter. 12. Schrijven van de commissie van toezicht op het mid delbaar onderwijs alhier, d.d. 9 Juli 1906, daarbij voorstellende le. om, met ingang van 1 September a. s., aan de leeraren A. J. Klein Swormïnk, Th. M. F. M. Siegmund, B. E. Bouw man en C. B. Barto toe te kennen de verhoogingen, hun krachtens art. 2 der verordening, regelende de jaarwedden van directeur en leeraren der hoogere burgerschool en burger avondschool, toekomende; en 2e. om voor het cursusjaar 1906 -1907 opnieuw te benoe men tot leeraar in de Hoogduitsche taal den heer J. A. Ver- denius en tot leeraar in de Nederlandsche taal en geschiedenis den heer dr. J. H. H. Houben. De voorzitter vraagt, of de raad zich met deze voor stellen kan vereenigen. Niemand daartegen eenige bedenking te kennen gevende, wordt dienovereenkomstig besloten. 13. Adres van J. Schets, te Prinsenhage, pachter van het jaagschippershuis, daarbij verzoekende het sleepen per boot te doen staken, of hem voor 3M te ontslaan van de betaling der pachtsom. De voorzitter stelt voor, dit adres te verzenden naar burgemeester en wethouders om prae-advies. Waartoe besloten wordt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1906 | | pagina 229