234
11 Augustus 1906.
19. Adres van W. J. M. Stieger te Breda, verzoekende te
worden vrijgesteld van de hem opgelegde verplichting om zijn
pand te doen aansluiten aan de gemeentelijke waterleiding.
De voorzitter stelt voor, afwijzend op dit verzoek te
beschikken, in verband met het daaromtrent bepaalde in de
bouwverordening.
De heer TEYCHINÉ geeft zijne bevreemding erover te kennen,
da.t er nog zooveel groote woningen zijn, die niet aan de
waterleiding zijn aangesloten. Blijkbaar worden alleen de kleine
woningen opgezocht, wier eigenaars genoodzaakt worden, aan
de bestaande voorschriften te voldoen.
De voorzitter zegt, dat er geregeld wordt rondgegaan.
Men is begonnen met de Groote Markt.
De heer VAN DONGEN zegt, dat hij in zijne woning twee
pompen heeft, doch dat hij niet ongeneigd is zijn perceel aan
de waterleiding aan te sluiten, zoodra hij daartoe bevel ont
vangt.
De heer ROMBOUTS wijst erop, dat het genoegzaam bekend
is, dat er nog tal van huizen zijn, die niet aan de waterleiding
zijn aangesloten, niettegenstaande iedereen daartoe verplicht is.
Zoodra iemand veranderingen aan zijne woning wil aan
brengen en daartoe de vereischte vergunning aanvraagt, worden
de volgende drie hoofdpunten overwogenis er drinkwater,
is er een privaat en is het pand aangesloten aan de gemeente
lijke rioleering
Voldoet het pand daaraan niet, dan wordt de eigenaar aan
geschreven, daarin alsnog te voorzien. Burgemeester en wet
houders hebben zich hierdoor niet willen blootstellen aan het
gevaar, dat de eigenaar zich later zou kunnen beroepen op
het goedgekeurde bouwplan en de opmerking zou kunnen
maken, waarom niet reeds bij de verbouwing op die verplich
tingen gewezen was.
Vervolgens gaat de gezondheidscommissie blok voor blok
na, welke woningen niet aan de eischen der bouwverordening
voldoen. Ook burgemeester en wethouders zelf zijn reeds
begonnen met het instellen van een onderzoek naar die wo
ningen, waar geene waterleiding is. De belanghebbenden
ontvangen dan eene aanschrijving, om in het ontbrekende te