11 August js 1906. 241 Spreker herinnert hierbij aan de totstandkoming van het waterschap „de Boven Mark" in 1878. Toen reeds is als be ginsel aangenomen, dat het beheer van de Boven-Mark en andere onbevaarbare wateren moest worden afgescheiden van de Beneden-Mark als bevaarbare rivier. De Boven-Mark is dus genoemd de onbevaarbare rivier, de Beneden-Mark de bevaarbare. En zoo is de toestand gebleven tot op den hui- digen dag. Wel is het mogelijk, dat de Boven-Mark bij tijd en wijle gebezigd wordt door kleine aakjes, zoogenaamde zandaakjes, doch waar men te doen heeft met eene, uit den aard der zaak, onbevaarbare rivier, kan spreker niet begrijpen, dat men durft spreken van scheepvaart. Een onderzoek zal dan ook aantoonen, dat van dit riviervak hoogstens 100 maal per jaar gebruik gemaakt wordt en dan nog slechts door kleine vletaken. Was de brug van Hirdes er niet, dan nog zou van dit rivier vak voor eene geregelde scheepvaart geen gebruik gemaakt kunnen worden. Het water is er te ondiep en de rivier is zoo verzand, dat men de kinderen van den eenen oever naar den anderen kan zien loopen. Spreker beschouwt dan ook de geheele beweging als een storm in een glas water, opgeblazen door den adressant Vriens. Wat het prae-advies betreft, wijst spreker erop, dat burge meester en wethouders zich niet begeven hebben op technisch gebied. Eerst toen de brug klaar was, is gebleken, dat zij niet lag op de plaats, waar zij oorspronkelijk was aangegeven. Doch burgemeester en wethouders hebben daaraan geene schuld. Zou men nu de brug laten afbreken, dan schiet men er toch niets mede op. De bevoegdheid van het waterschap over dat riviervak valt niet te betwisten, zoodat dit op andere wijze de scheepvaart zou kunnen belemmeren. De raad heeft daar niets over te zeggen. Door den heer Van Keppel is nog gewezen op de incon sequentie van het prae-advies. Spreker betwist dat. Burge meester en wethouders hebben enkel een relaas gegeven van hetgeen bij onderzoek gebleken is. Ten slotte meent spreker er nog op te moeten wijzen, dat de brug van Hirdes draaibaar moet worden gemaakt, zoodra ook de brug over de inundatiesluis draaibaar wordt. Spreker ver-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1906 | | pagina 241