22 September 1906.
249
5. Adres van het bestuur der afdeeling Breda van de
sociaal-democratische arbeiderspartij, d.d. 14 Augustus 1906,
verzoekende, ten behoeve van de werklieden in dienst van
of voor de gemeente, te willen invoeren den tienurigen arbeids
dag, met uitsluiting van overwerk buiten noodzaak, en een
minste loon van twaalf gulden per week.
De voorzitter stelt voor dit adres te verzenden naar
burgemeester en wethouders, om daarover, met andere op
hetzelfde onderwerp betrekking hebbende adressen, verslag
te doen.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
6. Voorstellen van den burgemeester, in zake de plaatselijke
politie, naar aanleiding en in verband met het adres van de
agenten van politie, verzoekende eene betere salarisregeling
en vermeerdering van het aantal agenten der le en 2e klasse.
De voorzitter vraagt, of de raad dit voorstel thans in
behandeling wenscht te nemen.
De heer VISSERS geeft in overweging, het voorstel te be
handelen bij de gemeente-begrooting, omdat dan een beter
en gemakkelijker overzicht kan verkregen worden.
Zonder bedenking wordt hiertoe besloten.
7. Adres van de leden van het muziekkorps der schutterij
in deze gemeente, d.d. 7 September 1906, daarbij te kennen
gevende, dat zij, ook na de opheffing der schutterijen, het
korps, als muziekvereeniging, onder dezelfde voorwaarden
willen blijven steunen.
8. Adres van de besturen der koninklijk erkende muziek
verenigingen „Cecilia", „Vondel" en ,de Unie" alhier, ver
zoekende, bij het opheffen der schutterij in 1907, aan die
vereenigingen de openbare muziekvoeringingen op te dragen.
De voorzitter, deze beide adressen aan de orde stel
lende, geeft namens burgemeester en wethouders in over
weging eene raadscommissie van drie leden te benoemen,
tot regeling der muzikale aangelegenheden.