254
22 September 1906.
11. Schrijven van de commissie van toezicht op het middel
baar onderwijs alhier, d.d. 4 September 1906, daarbij in over
weging gevende, tengevolge van de uitbreiding van het aantal
leerlingen, vier nieuwe banken voor de hoogere burgerschool
aan te schaffen, waarvan de kosten zijn geraamd op 60,—.
De voorzitter vraagt, of de raad hiertoe kan besluiten.
De heer SASSEN geeft zijne bevreemding erover te kennen,
dat dit voorstel den raad bereikt. Spreker is van meening,
dat die kosten wel uit de gewone uitgaven voor de hoogere
burgerschool kunnen bestreden worden, zoodat de zaak bij
burgemeester en wethouders thuis behoort.
De voorzitter zegt, dat het betreft de aanschaffing van
nieuwe banken en burgemeester en wethouders mitsdien van
oordeel waren, dat de raad erin gekend diende te worden.
Zonder bedenking wordt alsnu besloten, burge
meester en wethouders te machtigen tot de aanschaf
fing der hierbedoelde banken over te gaan.
12. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier, daar
bij ter vaststelling aanbiedende het door den raad in zijne ver
gadering van 14 Juli j.l. bereids goedgekeurde uitbreidingsplan,
bedoeld in art. 28 der woningwet.
De voorzitter zegt, dat de plannen, overeenkomstig de
wettelijke voorschriften, ter visie hebben gelegen en daartegen
geene bezwaren zijn ingekomen. Spreker stelt mitsdien voor
tot de vaststelling ervan over te gaan.
Waartoe zonder bedenking besloten wordt.
13. Voorstel van burgemeester en wethouders tot wijziging
der voorwaarden van waterverstrekking uit de hoogdrukwa
terleiding alhier, welk voorstel is aangehouden in de raadszitting
van 14 Juli j.l.
De voorzitter stelt dit punt aan de orde.
De heer BLOEMARTS zegt, dat hij zich met de voorgestelde
wijzigingen, wat het wezen der zaak betreft, wel vereenigen
kan, doch dat hij enkel een paar opmerkingen wenscht te
maken van redactioneelen aard. Het komt spreker voor, dat