270
22 September 1906.
raad in de gelegenheid werd gesteld het rapport en de repliek
daarop met elkander te vergelijken, om daaruit eene conclusie
te trekken, en om te oordeelen, of het nuttig en noodig is
eene commissie te benoemen, om die gasfabriekgeschiedenis
eens nader na te gaan. Men moet geen struisvogelpolitiek
willen volgen. Al is men overtuigd, dat alles goed is, moet
men toch ook anderen' hooren.
Spreker acht het eene zaak van buitengewoon veel belang.
De gasfabriek is een van de kurken, waarop de gemeentehuis
houding drijft. Spreker wil derhalve voorstellen, dit punt op
eene volgende agenda nog eens te berde te brengen, om dan
te overwegen en te beslissen, of het rapport van burgemeester
en wethouders steekhoudend is, dan wel, of het noodzakelijk
wordt geachteene commissie te benoemen.
De heer JACOBY ondersteunt dit voorstel en hoopt daarom
in de notulen het rapport van burgemeester en wethouders
en de repliek van den heer Van Keppel letterlijk te zullen
weervinden.
Het voorstel van den heer REIGERSMAN wordt alsnu in
stemming gebracht en aangenomen met 17 stemmen.
Vóór stemden de heeren Lijdsman, Van Mierlo, Van Don
gen, Reigersman, Teychiné, Verschraage, IngenHousz, Van
Dam, Rombouts, Heijlaerts, Smits, Jacoby, Bloemarts,
Vissers, Slechtriem, Van Keppel en de voorzitter.
De heeren Van Hal, Scheltus, Staal en Sassen onthiel
den zich van medestemmen over dit besluit.
15. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier, daarbij
te kennen gevende, dat wegens de periodieke aftreding van
drie leden van het college van zetters voor 's rijks directe
belastingen in deze gemeente op 31 December a. s., een can-
djdatenlijst, in dubbeltal, aan den heer commissaris der Koningin
behoort te worden ingezonden, die daaruit eene benoeming zal
doen; daarbij tevens in overweging gevende die candidatenlijst
samen te stellen als volgt:
mr. W. IngenHousz, aftredend lid, le candidaat.
T. H. J Everts, 2de candidaat.
b J. M. MaRIJNEn, aftredend lid, le candidaat.
L. J. Staal, 2de candidaat.