280 22 September 1906. De heer HE1JLAERTS meent, dat men wel een beetje royaler uit den hoek had mogen komen, nu aan dit feest voor de gemeente zulke voordeelen verbonden zijn. De heer L1JDSMAN meent het ook als eene eer voor Breda te mogen aanrekenen, dat het eerste feest hier ter stede wordt gehouden. Spreker stelt mitsdien voor de bijdrage te bepalen op f 100,—. De heer INGENHOUSZ vraagt, of er wel zekerheid bestaat, dat gedeputeerde staten deze uitgaaf zullen goedkeuren. De voorzitter zegt, dat de bijdrage verleend wordt behoudens goedkeuring van gedeputeerde staten. Zonder verdere bedenking wordt alsnu besloten, overeenkomstig het voorstel van den heer Lijdsman, aan de verzoekende commissie eene bijdrage te verleenen van f 100,—. B. Verslagen. 1. Door den heer VISSERS wordt namens de commissie, belast geweest met het onderzoek der gemeente-rekening over het dienstjaar 1905, gerapporteerd, dat zij die rekening heeft nagezien en in orde bevonden, na verschillende posten met de bescheiden te hebben vergeleken, weshalve zij voorstelt, die rekening goed te keuren. De commissie meent tevens haren dank te moeten uitspreken voor de welwillende wijze, waarop zij door den ontvanger bij haar onderzoek werd bijgestaan, alsmede een woord van lof te moeten uitbrengen voor de zorgvuldige wijze, waarop het beheer door den ontvanger is gevoerd. De voorzitter dankt de commissie en in het bijzonder haren rapporteur voor het gehouden onderzoek en uitgebracht verslag en vraagt, of iemand der leden nog eenige ophelde ringen ten aanzien der rekening verlangt of bedenkingen daar= tegen in het midden heeft te brengen. Dit niet het geval zijnde, stelt de voorzitter voor om, overeenkomstig de conclusie van het rapport, de rekening dezer gemeente over het dienstjaar 1905 goed te keuren en mitsdien vast te stellen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1906 | | pagina 280