286 20 October 1906. De voorzitter antwoordt, dat enkel de boomen aan de oostzijde van den weg moeten worden gerooid. Ze zijn bepaald hinderlijk voor de te bouwen woningen aldaar. Zonder verdere bedenking wordt alsnu besloten bedoelde boomen te doen rooien. 7. Schrijven van het bestuur der Zuid-Ncderlandsche stoom tramwegmaatschappij te Breda, d.d. 27 Augustus 1906, hou dende inedcdeeling, dat gemelde maatschappij bereid is, de tramlijn aan de mestvaalt, waarvan opzegging is gedaan, te laten liggen, indien door de gemeente betaald wordt één gulden per met straatmest of beer vervoerden waggon, met een minimum van f50,per jaar. Bij dit schrijven is gevoegd een rapport van de commissie van beheer der gemeente-reiniging, in overweging gevende de desbetreffende overeenkomst met de Zuid-Nederlandsche stoomtramwegmaatschappij aan te gaan en daarin de bepaling op te nemen, dat voor de wederzijdsche opzegging een termijn van twee jaren zal worden gesteld en dat de dag der nieuwe overeenkomst zal worden bepaald op 28 October a.s. De voorzitter vraagt, of de raad zich met het voorstel der commissie kan vereenigen. Niemand der leden daartegen eenige bedenking te kennen gevende, wordt dienovereenkomstig besloten. 8. Adres van Z. van der Mars, eervol ontslagen agent van politie, daarbij verzoekende in het genot te worden ge steld van pensioen. De voorzitter stelt voor, dit adres met bijlagen te verzenden naar de commissie voor het pensioenfonds om prae-advies. Waartoe besloten wordt. 9. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier, daarbij, ter voorziening in de vacature van lid der commissie tot wering van schoolverzuim, ontstaan door het overlijden van den heer C. J. van Gool, aanbevelende de heeren le. P. W. van Gils, commies ter secretarie. 2e. F. P. Bilsen, architect. Wordt overgegaan tot stemming.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1906 | | pagina 286