20 October 1906.
289
in 't Westerkwartier, Oosterkwartier en Zuiderkwartier, waar
door ook de zoogenaamde smalle gemeente meer van de mu
ziek zou kunnen profiteeren. Dat bieden „Vondel," „de Unie" en
„Cecilia" nu aan. Wat zou er dus op tegen zijn, vraagt spreker,
als de raad toestónd aan die vereenigingen eenige subsidie te
verstrekken? Men behoeft niet te geven, hetgeen zij vragen.
Daarom stelt spreker voor aan elke vereeniging eene jaar-
lijksche subsidie te verleenen van 150,—, onder voorwaarde,
dat zij ieder daarvoor 15 volksconcerten zullen geven.
De heer VAN DAM is het niet eens met den heer Jacoby,
waar deze spreekt van „smalle gemeente". Splitsing der bevol
king in klassen brengt verdeeldheid in de stad. We
moeten rekening houden met de geheele burgerij, met het
Bredasche publiek, zoodat er geen sprake mag zijn van ver
deeling en splitsing. In de vorige vergadering is uitgemaakt,
dat het muziekkorps der schutterij het eerst geroepen is, om
muziekuitvoeringen te geven voor het Bredasche publiek.
Daartoe is de Markt het middelpunt en de heele burgerij kan
er van profiteeren. Trouwens, het volk, dat de heer Jacoby
de smalle gemeente noemt, is bij deze uitvoeringen steeds in
ruime mate vertegenwoordigd.
De heer JACOBY acht de zienswijze van den heer Van Dam
niet in alle opzichlcii juist. Waar spreker zoo even het woord
„smalle gemeente" gebezigd heeft, bedoelde hij daarmede niet,
om splitsing of verdeeldheid onder de bevolking te brengen.
Als de muziekuitvoeringen op de Groote Markt plaats hebben,
kunnen de marklbewoners daarvan uit hunne woningen genie
ten, hetgeen niet het geval is met de bewoners van andere
straten of wijken. Bovendien is er nog eene categorie van
neringdoenden, die van de muziekuitvoeringen profiteeren.
En nu wdlen ook de neringdoenden uit andere buurten wel
eens graag het publiek naar hunne omgeving lokken.
De adresseerende vereenigingen zullen door hare muziek
uitvoeringen daaraan tegemoet komen; het volk schaart zich
dan om de muziek, hetgeen spreker meer in het belang der
zedelijkheid acht, dan dat men zich in hoeken of kanten gaat
verschuilen. Spreker schroomt zich niet, om daarvoor jaarlijks
een zeker bedrag uit de gemeentekas toe te staan.
De heer REIGERSMAN geeft in overweging voorzichtig te
zijn met het subsidieeren van vereenigingen, welke tot nu toe