ONTWERP.
27 October 1906.
Tegenwoordig de heeren J. L.IJDSMAN, B. C. VAN DONGEN,
J. A. J. W. VAN HAL, jhr. mr. A. REIGERSMAN, J. J. L.
TEYCHINÉ, W. G. H. ROMBOUTS, A. P. SCHELTUS, F. J.
M. HEIJLAERTS, A. F. SMITS, Pu. L. JACOBY, mr. P. M. J.
E. BLOEMARTS, J. W. J. VISSERS, W. J. SLECHTRIEM, L.
J. STAAL, J. R. baron VAN KEPPEL, H. A. SASSEN en E.
H. A. GULJÉ, burgemeester, voorzitter.
Afwezig de heeren mr. M. P. M. VAN DAM, A. J. A. VER-
SCHRAAGE, mr. W. INGENHOUSZ en L. A. M. VAN MIERLO.
De voorzitter opent de vergadering en zegt, dat de
notulen van het verhandelde in de vergadering van 20 October
j.l. nog niet in druk verschenen en aan de leden rondgedeeld
zijn, weshalve hij voorstelt de vaststelling daarvan tot eene
volgende vergadering aan te houden.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
De voorzitter deelt mede, dat is ingekomen een schrij
ven van den heer IngenHousz, berichtende, dat hij wegens
uitstedigheid verhinderd is deze vergadering bij te wonen,
terwijl de heer Van Dam hem mondeling heeft kennis gegeven,
dat hij wegens andere ambtsbezigheden deze zitting niet kan
bijwonen.
Alsnu stelt de voorzitter aan de orde
1. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot het
doen rooien van boomen in het Wilhelminapark.
De voorzitter, dit voorstel toelichtende, zegt dat van
den opzichter der beplantingen een rapport is ingekomen om
ook de negen boomen, staande naast die, waarvan de rooiing
in de vorige vergadering is toegestaan, te doen rooien.
