306 17 November 1906. 2. Suppletoir kohier van aanwezige beerputten in den open baren gemeentegrond, opgemaakt krachtens artikel 2 sub D van de verordening op de heffing van een recht voor het gebruik van den openbaren gemeentegrond, vastgesteld bij raadsbesluit van 15 November 1902, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 30 Deeember 1902. Zonder bedenking wordt gemeld kohier vastgesteld op een bedrag van 0,50. 3. Proces-verbaal van de op 26 Oclober j.l. gedane kasop- neming bij den gemeente-ontvanger, waaruit blijkt, dat de boeken regelmatig zijn bijgehouden en het onderzoek der registers en bescheiden tot gecnc opmerkingen heeft aanleiding gegeven, terwijl de ontvangsten over 1906 hebben bedragen 515 927,33"' en de uitgaven 449 725,81, zoodat in kas moest zijn een bedrag van 66 201,525. Ten kantore van den ont vanger is aanwezig bevonden een bedrag van 43 072,275, welk bedrag, met het saldo bij de Amsterdamsche Bank aan wezig ter betaling van coupons en uitgelote obligation, ad 23 129,25, overeenstemt met het hiervoor genoemde kasgeld. De voorzitter stelt voor, dit proces-verbaal voor ken nisgeving aan te nemen. Waartoe besloten wordt. 4. Schrijven van den heer P. W. van Gils alhier, houdende kennisgeving, dat de benoeming tot lid der commissie tot wering van schoolverzuim door hem onder dankbetuiging wordt aan genomen. De voorzitter stelt voor, dit schrijven eveneens voor kennisgeving aan te nemen. Waartoe besloten wordt. 5. Schrijven van het college van regenten van het oude mannenhuis alhier, d.d. 29 October 1906, no. 256, daarbij ter goedkeuring aanbiedende de begrooting van ontvangsten en uitgaven van gemeld gesticht voor het dienstjaar 1907. De voorzitter stelt voor, deze begrooting ter fine van onderzoek en rapport te stellen in handen eener commissie van drie leden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1906 | | pagina 306