17 November 1906.
311
gemeester en wethouders geene termen bestaan, daarin veran
dering te brengen. Spreker stelt mitsdien voor op het adres
afwijzend te beschikken.
Waartoe zonder bedenking besloten wordt.
12. Adres van F. Fokkema te Bredadaarbij verzoekende
aan hem af te staan een gedeelte van het terrein van de
gemeente-mestvaalt, tot het bouwen daarop van eene berg
plaats voor beenderen.
De voorzitter stelt voor, dit adres te verzenden naar
burgemeester en wethouders om prae-advies.
Waartoe besloten wordt.
13. Adres van A. G. Mülllr, keurmeester van vee en vleesch
in deze gemeente, daarbij verzoekende zijne wedde met
100,— te willen verhoogen.
De voorzitter stelt voor dit adres aan te houden tot bij
de behandeling der gemeente-begrooting.
De heer VISSERS meent, dat dit adres verband houdt met
het voorstel, vermeld onder punt 18 der agenda. Als dit voor
stel niet aangenomen wordt, zal het toch noodzakelijk zijn,
den keurmeester eene verhooging van wedde toe te staan.
De voorzitter antwoordt hierop, dat de begrooting heden
nog niet behandeld wordt. Er kan dus geen bezwaar zijn,
om het adres aan te houden.
Zonder verdere bedenking wordt alsnu besloten
overeenkomstig het voorstel des voorzitters.
14. Schrijven van de gedeputeerde staten van Noord-Brabant,
d.d. 25 October 1906, G, no. 123, berichtende, dat gemeld
college het wenschelijk acht de jaarwedden van den burge
meester en den secretaris dezer gemeeute respectievelijk te
moeten brengen op 3500,— en 3000,—, met verzoek te
willen mededeelen, of dezerzijds daartegen bezwaren bestaan
en zoo ja, die kortelijk te willen doen kennen, onder vermel
ding van de bedragen, welke wenschelijk worden geoordeeld.