314 17 November 1906. idéé, dat gedeputeerde staten elk voorstel van den raad zoo maar ter zijde zouden stellen, en stelt daarom voor, aan dat college te berichten, dat de raad de wedde wenscht vastgesteld te zien op 3200, De heer SCHEETUS ondersteunt dit voorstel van ganscher harte. Niemand der leden hierover nog het woord ver langende, wordt het voorstel van den heer INOEN- HOUSZ zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 15. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier, daar bij, met overlegging van het bericht van het hoofd der school en het advies van den arrondissements-schoolopziener, ter be noeming tot onderwijzer aan de openbare school aan de Mid dellaan alhier voordragende de heeren 1. P. J. van Roermund te Teteringin, 2. J. Braat te Oosterhout, en 3. A. P. J. van den Hout, te Prinsenhage. Wordt overgegaan tot stemming. De voorzitter verzoekt den heeren Scheltus en Rom- bouts als stemopnemers te willen fungeeren. Er worden uitgebracht 21 stemmen, waarvan 12 op den heer Van Roermund en 9 op den heer Braat. Zoodat de heer P. J. van Roermund voornoemd is benoemd tot onderwijzer aan de openbare school voor kosteloos lager onderwijs aan de Middellaan alhier, op de aan die betrekking verbonden jaarwedde overeenkomstig de verordening, regelende de jaar wedden van het onderwijzend personeel aan de open bare lagere scholen in deze gemeente, in te gaan met den dag zijner infunctietreding en met bepaling, dat de benoemde, eervol ontslag verlangende, het verzoek daartoe minstens drie maanden te voren be hoort in te dienen. De voorzitter dankt heeren stemopnemers voor het door hen als zoodanig verrichte.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1906 | | pagina 314