17 November 1906.
315
16 Adres van W. Mol te Breda, in koop verzoekende een stuk
gemeentegrond, gelegen aan de Feilenoordstraat alhier.
Bij dit adres is gevoegd eene ontwerp-overeenkomst, bevat
tende de voorwaarden, welke burgemeester en wethouders
aan den eventueelen verkoop wenschen te verbinden.
De voorzitter vraagt, of de raad zich met den voorge
stelden verkoop kan vereenigen.
Niemand der leden hiertegen eenige bedenking te
kennen gevende, wordt besloten aan W. Mol voor
noemd in koop af te staan een stuk gemeentegrond,
gelegen aan de Feilenoordstraat ten zuidwesten van
het perceel sectie A, no. 5390, deel uitmakende van
het perceel sectie A, no. 5874, ter grootte van onge
veer 78 centiaren, voor de som van negen en dertig
galden en verder onder de volgende voorwaarden
dat de kooper zich verbindt, zoo voor zich als
voor zijne rechtverkrijgenden,
a. binnen één jaar na de onderteekening der koop
akte, op den gekochten grond gebouwen te stichten
volgens een door burgemeester en wethouders
goedgekeurd bouwplan, waarvan de naar de straat
gekeerde gevels geene mindere hoogie dan 5 M.
boven den trottoirband mogen hebben, met dien
verstande dat, wanneer de gebouwen lot woon
huizen worden ingericht, de voorgevels eene hoogte
moeten hebben van 8 M. boven genoemd peil,
terwijl de fundeering moet worden aangelegd
overeenkomstig artikel 43, 3de lid, der bouwver
ordening;
b. op den gekochten grond geene bergplaatsen van
lompen, beenderen of andere voor de gezondheid
schadelijke stoffen op te richten;
dat, wanneer de kooper of zijne rechtverkrij
genden aan een der gestelde voorwaarden niet
mochten voldoen, zij, na op hunne kosten in ge
breke te zijn gesteld, voor eiken dag verzuim
eene boete zullen verbeuren van één gulden ten
behoeve der gemeente;
dat door de gemeente wordt toegestaan, dat
de zijgevels van de te stichten gebouwen en