316
17 November 1906.
grenzende aan gemeentegrond, ter breedte van
11 centimeter op gemeentegrond worden gebouwd,
met dien verstande, dat bi] eventueelen verkoop
van den aangrenzenden gemeente-grond, ook die
gedeelten zijgevel gemeenschappelijk moeten wor
den gemaakt;
dat het verkochte ten behoeve van de gemeente
Breda wordt beiast met de erfdienstbaarheid van
waterleiding door middel van een ondergrondsch
riool, zullende de eigenaar alle aan dat riool te
doene herstellingen en opgravingen moeten ge-
doogen, zonder daaromtrent eenige aanspraak op
schadeloosstelling te kunnen doen gelden, ook al
moeten daartoe eventueel gebouwen of getimmer
ten worden weggebroken
dat de betaling der koopsom zal geschieden
bij de onderteekening der koopakte ten kantore
en tegen kwitantie van den gemeente-ontvanger;
en
dat de kosten van zegel, leges, registratierech
ten, overschrijving in de openbare registers en
alle andere op deze verkooping vallende, ten laste
zijn van den kooper.
17. Prae-advies van burgemeester en wethouders op het
adres van de afdeeling „Breda" van den Nederlandschen aanne-
mersbond, verzoekende de Willems- en Mauritsbrug te ver
anderen van vaste in draaibare of ophaalbare bruggen, luidende
dit prae-advies als volgt:
„Uwe vergadering verlangde bij haar besluit van den 20.
„October 1906 ons prae-advies op het hierbij teruggaande
„adtes van de afd. „Breda" van den Nederlandschen aannemers-
„bond, daarbij verzoekende de Willems- en Mauritsbrug te
„veranderen van vaste in draaibare of ophaalbare bruggen.
„Aan dit besluit gevolg gevende, hebben wij de eer U als
„onze meening te doen kennen, dat de tijd niet gekomen is,
„bedoeld verzoek in overweging te nemen, omdat het niet
„bekend is, welke behaalde gevolgen het in uitvoering komende
„scheepvaart-kanaal van de Zuid-Willemsvaart naar den Amer,
„met een zijtak van Ooslerhout naar Breda, voor deze ge
beente hebben zal.