322 17 November 1906. „Door den keurmeester van vee en vleesch alhier is ons „gewezen op de vele werkzaamheden, welke aan diens betrek king verbonden zijn, en waaruit hij aanleiding neemt te ver doeken, om hem een hulpkeurmeester toe te voegen. „Uit den staat van werkzaamheden, door genoemden amb tenaar overgelegd en dien wij hierbijvoegen, zal ook U blij ken, dat diens werkkring van grooten omvang is. „Naar aanleiding hiervan hebben wij overwogen, of niet „door het invoeren eener andere regeling de werkzaamheden „van den keurmeester minder bezwarend zouden kunnen ge- „maakt worden. „De uitkomst hiervan hebben wij de eer U in de volgende „regelen te doen kennen. „De keuring wordt in levenden en in geslachten staat ver dicht. Er zijn 80 slagerijen. Naar deze slagerijen moet zich „de keurmeester voor elk te slachten dier thans twéémaal be- „geven, ééns om het levend en ééns om het in geslachten „staat te keuren. Dit veroorzaakt een ontzaglijk heen en „weer loopen met groot tijdverlies. Het totaal van het geslacht „vee beliep in 1905 niet minder dan 8718 stuks. „Het ware dus alleszins gewenscht, dat de keuring van het „vee in levenden staat op eene bepaalde plaats kon geschieden, „waardoor de keurmeester iederen slachter slechts éénmaal „zou behoeven te bezoeken, namelijk om het vee te keuren „in geslachten staat. „Art. 174, lid 1, der algemeene politieverordening voor deze „gemeente zegt „De keuring van het te slachten vee en van „vleesch geschiedt in het openbaar door den „keurmeester ter plaatse door den burge meester aan te w ij zen, dagelijks, behalve op „Zon- en feestdagen, des voormiddags tus- „schen negen en twaalf uur en des namid dags tusschen één en vier uur. „Als eene geschikte plaats voor die keuring, ook wat de „ligging betreft, is door den burgemeester, in overleg met ons „college, uitgekozen de voormalige maréchaussee-kazerne, „welk open terrein, zelfs stalling, heeft,f en ook de noodige lo- „kalen voor den keurmeester bevat, zoodat het in gebruiknemen „dier kazerne voor keuringsplaats geen verbouwing vereischt, „noch noemenswaardige kosten van inrichting zal veroorzaken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1906 | | pagina 322