324 17 November 1906. aangevoerd. De fraude zal er door in de hand gewerkt worden. Wanneer het bekend is, dat de keurmeester op bepaalde uren van den dag in de keuringsplaats aanwezig is, dan kan hij zich niet elders ophouden en zal dit allicht aanleiding geven tot fraudeeren. Spreker zou liever een hulpkeurmeester willen aanstellen, waardoor het toezicht kon worden verscherpt. Het maken eener vaste keuringsplaats za! op den duur ook tot groote uitgaven leiden. Eerst een bureau, later een con cierge en politietoezicht en ten slotte zal men toch tot het aanstellen van een hulpkeurmeester moeten overgaan. Spreker wijst erop, dat het is voorgekomen, dat, bij ontstentenis van den keurmeester, deze door een agent van politie moest ver= vangen worden. Spreker zou daarom van het plan willen afzien en den keur meester een assistent ter zijde willen stellen. De heer SMITS zegt, dat hij zich ook voor de zaak heeft geïnteresseerd en zich vergewist heeft bij een rijksveearts, wiens advies door hem is ingewonnen. Volgens de meening van dezen deskundige zou eene vaste keuringsplaats zeer noodzakelijk zijn, als er tevens eene slacht plaats aan verbonden werd. Nu dat niet het geval is, achtte hij eene keuringsplaats een ding van niets, waarvan door hem verschillende bezwaren werden opgesomd. Waar de keurmeester te veel werk heeft, is het beter hem een assistent toe te voegen. Spreker vreest ervoor, dat de zuinigheid de wijsheid zal bedriegen, zooals ook vroeger is voorgekomen. Toen had men een rijksveearts als keurmeester op een salaris van 12C0,— De man kon geen verhooging krijgen en is toen heengegaan. Thans moet hetzelfde salaris worden uitgekeerd aan een niet- wetenschappelijk man. Bovendien staan we aan den vooravond van de invoering der verplichte rijkskeuringen, zoodat spreker de zaak wil aan houden. De heer SASSEN wijst erop, dat door den keurmeester hulp is aangevraagd, naar aanleiding waarvan door burgemeester en wethouders wordt voorgesteld eene vaste keuringsplaats aan te wijzen. Spreker zou hierover echter wel het oordeel van den keurmeester willen hooren, daar men wel eens de paarden achter den wagen zou spannen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1906 | | pagina 324