328
17 November 1906.
De voorzitter stelt voor, dit rapport voor kennisgeving
aan te nemen en het op de gebruikelijke wijze ter openbare
kennis te brengen.
Waartoe besloten wordt.
22. Prae-advies van burgemeester en wethouders op het
adres van j. van den Brule alhier, daarbij ontheffing verzoe
kende van het verbod, gesteld in art. 14 der bouwverordening
voor deze gemeente, met betrekking tot het verplaatsen van
eene werkplaats op het perceel aan de Halstraat 26.
In dit prae-advies wordt voorgesteld om, overeenkomstig
het advies van de gezondheidscommissie voor deze gemeente,
de gevraagde ontheffing te verleenen onder bepaling
a. dat het gebouw moet worden gesticht ter plaatse, op de
overgelegde teekening aangeduid; en
b. dat het gebouw niet hooger mag zijn dan drie meter.
De voorzitter vraagt, of de raad zich met dit prae-
advies kan vereenigen.
De heer VAN KEPPEL zegt, dat hem bij het nalezen der
stukken is gebleken, dat door de gezondheidscommissie eene
kleinefout is begaan, wat betreft de hoogte van het te stich
ten gebouw. De bouwverordening schrijft voor eene hoogte
van 3 M. tusschen den vloer en de balklaag. Spreker wil
daarom de hoogte bepaald zien op 3,50 M., hetgeen ook de
bedoeling is geweest van de gezondheidscommissie. Die hoogte
kon dan tevens als maximum voor het te stichten gebouw
worden vastgesteld.
Zonder verdere bedenking wordt alsnu besloten
de gevraagde ontheffing te verleenen, behoudens in
achtneming van de door den heer Van Keppel
voorgestelde wijziging.
23. Rede van den heer mr. H. Goeman Boroesius, ge-
houden bij de opening van het elfde Nederlandsch congres
voor openbare gezondheidsregeling te Haarlem, op 14 en 15
September 1906.
De voorzitter stelt voor dit stuk voor kennisgeving
aan te nemen.
Waartoe besloten wordt.