342
1 December 1906.
De heer LIJDSMAN is het eens met den heer Bloemarts
en zal een eventueel voorstel in dien zin gaarne ondersteunen.
Spreker meent, dat de verbetering van den toegangsweg tot
de Klooster-kazerne nog wel eenigen tijd kan uitgesteld worden,
omdat binnenkort daar in den omtrek toch eene groote veran
dering komt.
De heer ROMBOUTS acht het wenschelijk, om den post
voor de Oude Vest te behouden, wijl het hier betreft eene
geleidelijke verbetering, welke reeds in vorige jaren is aange
vangen. Bovendien liggen in de Nieuwstraat trottoirs, hetgeen
aan het Kloosterplein niet het geval is.
De heer LIJDSMAN meent, dat de toestand bij het Klooster
plein nog zoo slecht niet is.
De heer BLOEMARTS is er niet tegen, dat ook in andere
stadsgedeelten de noodige verbeteringen plaats hebben, maar
voor de binnenstad moet ook gezorgd worden. Spreker ziet
niet in, waarom de verbetering der bestrating bij de Klooster
kazerne meer noodzakelijk zou zijn dan die in de Nieuwstraat.
Deze laatste vindt spreker zeer in het belang der schoolgaande
kinderen.
De heer VISSERS ondersteunt het voorstel van den heer
Bloemarts om dit jaar de Nieuwstraat te verbeteren.
De heer VAN HAL wijst erop, dat het vorig jaar reeds eeni-
ge discussie heeft plaats gehad over de verbetering van den
toegangsweg naar de Klooster-kazerne. Toen is beslist om met
de verbetering voort te gaan. Spreker meent, dat de beweging
daar veel drukker is dan in de Nieuwstraat. Hier geldt het
alleen het verkeer van kinderen, doch deze hebben van een
minder vlakke baan geen hinder. Spreker hecht er zeer veel
aan, om de randen van de stad goed in orde te makendan
volgt de binnenstad van zelf.
De heer SCHELTUS zou de kinderen in de Nieuwstraat willen
helpen en voor de voeten der soldaten willen zorgen. Daarom
geeft spreker in overweging den post te verhoögen met ƒ600,—
voor de verbetering van de Nieuwstraat.
Dienovereenkomstig wordt besloten, waarna de
betrokken post wordt goedgekeurd.