1 December 1906. 347 De voorzitter antwoordt hierop, dat deze zaak reeds bij de commissie in behandeling is. De heer VISSERS dankt den voorzitter voor deze mededee- ling, doch drukt tevens zijn spijt uit, dat de gemeente hier mede zoolang is achterwege gebleven. Hoofdstuk VI, enz. „Bij de besprekingen der artikelen van dit hoofdstuk gaven „alle leden den wensch te kennen, dat bij volgende begrootingen „niet alleen het vervoer der cokes als brandstof voor de scholen, „gemeente-bureaux enz. worde geraamd, maar ook de brandstof „zelve, zoodat bij iederen post te zien is wat deze kost, cn „eveneens wat de verlichting betreft. „Men was van meening, dal daardoor de administratie der „gasfabriek meer correct zoude zijn." Antwoord: (Zie blz. 277/8, gemeenteverslag 1905). „In 1905 werd verbruikt voor gemeente-inrichtingen 30174 „M3. gas, vertegenwoordigende eene som van. 1566,96 „en cokes werden afgeleverd aan gemeente-inrichtingen „tot eene hoeveelheid van 6525 H.L., vertegenwoor- „digende eene som van- 3212,50 Samen 4779,46 „Komt deze som als uitgaaf in de gemeente-begrooting, dan „moeten daar meerdere ontvangsten van de gasfabriek tegen over gesteld worden, zoodat de toestand volkomen gelijk blijft. „Eehig geldelijk belang is alzoo aan deze wijziging niet ver bonden. Ook geen administratief belang, want in de boeken „der gasfabriek wordt wat verkocht is en hetgeen ten behoeve „van de gemeente-inrichtingen geleverd is, behoorlijk uit elkan- „der gehouden. „Wil de raad weten wat elke gemeente-inrichting aan gas en „cokes verbruikt, dan is aan dit verlangen in het vervolg wel „te gemoet te komen door overlegging bij het ontwerp van „de begrooting van een specifieken staat.»'

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1906 | | pagina 347