10 Februari 1906.
35
Den heer TEYCHINÉ komt het voor, dat het request der
onderwijzers niet is behandeld geworden, zooals dit had be-
hooren te geschieden. De onderwijzers vragen verhooging van
jaarwedde. Waren burgemeester en wethouders en de school
commissie van oordeel, dat afwijzend op dit verzoek behoorde
te worden beschikt, dan hadden zij in dien zin moeten advi-
seeren, of in 't tegenovergestelde geval eene andere regeling
moeten voorstellen. Nu worden enkele onderwijzers bevoordeeld
en de overigen geheel buitengesloten. Spreker meent, dat het niet
aangaat, om op die wijze eenigen te bevoorrechten, en ofschoon
hij van oordeel is, dat de salarissen der onderwijzers wel voor
verbetering vatbaar zijn, zal hij toch stemmen tegen het voorstel
van burgemeester en wethouders.
Het voorstel van burgemeester en wethouders wordt alsnu
in stemming gebracht en aangenomen met 16 tegen 3 stemmen.
Vóór stemden de heeren Lijdsman, Van Mierlo, Van Dongen,
Van Hal, Reigersman, Verschraage, IngenHousz, Rombouts,
Scheltus, Smits, Bloemarts, Vissers, Slechtriem, Staal,
Sassen en de voorzitter.
Tegen waren de heeren Teychiné, Van Dam en Jacoby.
18. Voorstel van burgemeester en wethouders, betreffende
het maken eener losplaats voor schepen nabij de inundatie-
sluis, luidende als volgt
„In de overeenkomst van 18 Augustus 1905 tusschen den
„Staat der Nederlanden en de gemeente Breda, krachtens raads
besluit van 10 Juni 1905, is bepaald, dat de houten schutting
„aan het gemeenteterrein bij de inundatiesluis binnen één jaar
„moet worden verplaatst op de nieuwe grenslijn en in de rooi-
„lijn van den weg aldaar.
„Met het oog hierop, hebben wij de eer U, mede namens de
„commissie van bijstand in het beheer der gemeentewerken, in
„overweging te geven, de heining te plaatsen, volgens bijgaande
„teekening, in het westelijk gedeelte van het terrein en dit
„te bestemmen als publieke losplaats voor schepen.
,,'t Ligt in de bedoeling een loswal te maken ter lengte van
„35 meter; en dewijl het terrein gedeeltelijk bestraat is, zijn