368 22 December 1906. Zonder bedenking wordt gemeld bestek goedge keurd en worden burgemeester en wethouders tot de aanbesteding dienovereenkomstig gemachtigd. 15. Rapporten van de commissie van bestuur van het pen sioenfonds voor gemeente-ambtenaren en hunne weduwen en weezen; als a. op het adres van C. J. van der Ven c.s., verzoekende aan art. 27 der pensioenverordening eene nieuwe alinea toe te voegen, waardoor de mogelijkheid geopend wordt, om aan ongehuwde eervol ontslagen ambtenaren, die geen recht op pensioen kunnen doen gelden, geheele of gedeeltelijke teruggaaf te verleenen van ingehouden pen sioensbijdragen b. op het adres van J. Timmers, eervol ontslagen opzichter bij de gemeentewerken, verzoekende geheele of gedeel telijke teruggaaf van door hem gestorte pensioensbijdra gen; en c. op het adres van Z. van der Mars, eervol ontslagen agent van politie der 3de klasse, verzoekende in het genot te worden gesteld van pensioen, op grond van bekomen lichaamsgebreken, ten gevolge van geweldda digheid, in de uitoefening zijner bediening ondervonden. De voorzitter stelt voor, deze rapporten ieder afzon derlijk te behandelen, te beginnen met het rapport onder a vermeld. De heer JACOBY geeft zijne bevreemding erover te kennen, dat de commissie voor het pensioenfonds een termijn van 10 maanden heeft noodig gehad, om over deze zaak een advies uit te brengen. Spreker vindt het jammer, dat men aan dezen gewezen ambtenaar met veel woorden zegt: je krijgt het niet, omdat je het niet krijgt. Dat jongmensch heeft lange jaren dienst gedaan, totdat hij zijne positie verbeterd zag, en is thans al zijn geld kwijt, dat hij in het pensioenfonds gestort heeft. Het fonds heeft nooit eenige risico aan hem gehad, wijl die man ongehuwd was. Alle ambtenaren, hetzij gehuwd of niet, moeten voor het weduwen- en weezenfonds bijdragen. Dat ■vindt spreker onbillijk. Wijl de zaak nu al zoolang geduurd heeft, zou spreker in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1906 | | pagina 368