372 22 Decemsêï? 1906. „meerdere diepte dan 10 meter mocht worden ingenomen, de „gelegenheid misten, voor de bedoelde piaats in te schrijven. „De door Hoefnagel geleden schade heeft hij alzoo geheel „aan zich zelf te wijten en wij aarzelen dan ook niet U te „adviseeren, om op zijn verzoek afwijzend te beschikken." De voorzitter stelt deze zaak aan de orde. De heer VISSERS zou deze zaak wenschen aan te houden en vraagt, of burgemeester en wethouders den belanghebbende na de kermis nog persoonlijk gehoord hebben. De voorzitter antwoordt hierop, dat Hoefnagel na afloop der najaarsmarkt. nog door burgemeester en wethouders is gehoord. De heer VISSERS vraagt, of er niet jaren achtereen grooter is gebouwd, dan volgens de voorwaarden was toegestaan. De v o o r z i 11 e r antwoordt hierop, dat hiervan bij burge meester en wethouders niets bekend is. De heer VISSERS meent te weten, dat vroeger door De Haan op dezelfde plaats dieper is gebouwd dan 10 meter. Hoefnagel wist dat, en ofschoon gewaarschuwd, waagde hij het te goeder trouw, in de meening, dat daartegen ook thans wel geen bezwaar zou bestaan. Zooals Hoefnagel aan spre ker heeft medegedeeld, zou de heer Van Daal hem gezegd hebben, dat hij zich moest zien te verstaan met Df. Haan. De heer Scheltus zou in overweging hebben gegeven, om het bordes af te breken, dan zou er, behalve de keuken, nog eene diepte overgebleven zijn van 9,60 M. Waar de keuken onder één dak was, zou daarvoor betaald kunnen worden het gewone staangeld van 25 cent per M-. Dit alles pleit, meent spreker, voor verzachtende omstandigheden. De v o o r z i 11 e r zal hierop dadelijk antwoorden en meent dan allereerst den heer VisSers erpp te moeten wijzen, dat men niet te veel moet afgaan op praatjes of gezegden van personen, die voor eigen zaak pleiten. De bewering van Hoefnagel, dat er al zooveel jaren dieper is gebouwd, dan geoorloofd was, kan niet als verschooning gelden. Als een strooper verbaliseerd wordt, kan hij er zich niet op beroepen, dat hij dit al 10 jaren ongestraft gedaan heeft.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1906 | | pagina 372