22 December 1906.
373
Wat de goede trouw betreft, betwijfelt spreker, of deze bij
Hoefnagel wel geacht kan worden aanwezig te zijn. Op
Donderdag vóór kermis, toen Hoefnagel met het opslaan
der kraam begon, [werd hij reeds door den marktmeester ge
waarschuwd. Desniettegenstaande is Hoefnagel toch met het
opslaan voortgegaan.
Op Zaterdagmorgen heeft spreker nog aan Hoefnagel ge
vraagd, of hij in zijne kraam niet een schot kon aanbrengen,
waardoor de ruimte voor het publiek beperkt werd, want
daarin bestond juist het groote bezwaar. Niet zoozeer gold dit
voor de keuken of een anderen bijbouw, welke niet voor het
publiek bestemd was.
Na afioop der kermis heeft de marktmeester medegedeeld,
dat voor f 35,— a f 40,— zoo'n schot zou te maken geweest
zijn, waardoor de heele kwestie had kunnen voorkomen worden.
De heer VAN DAM zegt, dat hij als wethouder wel ver
plicht is zich te verantwoorden over daden, welke het bestuiir
der gemeente betreffen, doch niet over allerlei praatjes, welke
burgers aan raadsleden doen. Toch wil spreker de mededee-
ling, door Hoefnagel aan den heer Vissers gedaan, niet on
beantwoord laten. Hetgeen Hoefnagel heeft gezegd, is een
groote leugen. Spreker [kan dat niet gezegd hebben. Als hij
Hoefnagel ergens heen had willen wijzen, zou dit geweest
zijn naar burgemeester en wethouders. Spreker heeft gezegd,
dat de gemeente in deze niet kon helpen.
Als burgemeester en wethouders aan Hoefnagel hadden
toegestaan, om de kraam te openen, dan zou er kans geweest
zijn, dat De Haan tegen de gemeente een eisch tot schade
vergoeding had ingesteld en daarvoor moest de gemeente
gevrijwaard worden.
De heer TEYCHINÉ meent, dat, hetgeen door den heer
Van Dam en ook door den heer Vissers is gezegd, zich
gedeeltelijk laat verklaren. Spreker vraagt echter, hoe het
mogelijk is, dat jaren achtereen steeds eene meerdere ruimte
is ingenomen, dan geoorloofd was. 't Is onbegrijpelijk, dat
dit altijd aan het oog van den marktmeester zou ontsnapt
zijn. Spreker gaat dan ook mede met den heer Vissers, dat
Hoefnagel te goeder trouw gehandeld heeft en zijne tent
heeft opgeslagen, zooals dat vroeger steeds gebruikelijk was.