22 December 1906. 375 kunnen worden opgebouwder kunnen gedeelten uitgenomen worden. Het is dus moeielijk na te gaan, of er vroeger dieper gebouwd is, dan geoorloofd was, al mogen de tenten dan oogenschijnlijk dezelfde zijn. Spreker vindt het jammer, dat de marktmeester thans in openbare vergadering beschul digd wordt, dat hij in zijn plicht zou te kort geschoten zijn, hetgeen niet bewezen is. Vroeger is hem door burgemeester en wethouders zeer goed aan het verstand gebracht, waaraan hij zich te houden heeft. Eindelijk wil spreker er nog op wijzen, dat de kermisreizigers altijd klachten hebben, en dat men aan hunne mededeelingen niet al te veel waarde mag hechten. De heer ROMBOUTS zou allereerst willen beslissen, of de raad de zaak wil uitstellen. Verdere discussie zou dan overbo dig worden. De heer SASSEN ziet in uitstel geen nut. De discussie loopt over bijzaken, die met de eigenlijke zaak niets te maken hebben. Ofschoon spreker aanvankelijk de meening van bur gemeester en wethouders was toegedaan, is hij, na Hoefnagel te hebben gehoord, tot een ander gevoelen gekomen. Het optreden van burgemeester en wethouders acht spreker zoo correct mogelijk, hetgeen evenwel niet wegneemt, dat hij bereid is, de pachtsom terug te geven. Door burgemeester en wethouders wordt op de eerste plaats aangevoerd, dat Hoefnagel tijdig is gewaarschuwd, doch dat neemt niet weg, dat hij reeds bij de inschrijving te goeder trouw kan geweest zijn. Het tweede argument, dat Hoefnagel door eene uitgaaf van f 30, - af 40,— zijne lent op de be paalde diepte zou kunnen brengen, heeft voor spreker geen waarde. Spreker acht de straf reeds groot genoeg, dat Hoef nagel in die dagen zonder verdiensten is geweest en is er daarom voor, de pachtsom te restituecrcn. De voorzitter zou eveneens in overweging willen geven, om de zaak af te doen, wijl ieder lid thans wel eene bepaalde meening zal verkregen hebben. Het voorstel van burgemeester en wethouders, om afwijzend te beschikken op het verzoek van Hoefnagel, wordt alsnu in stemming gebracht, doch verworpen met 15 tegen 5 stem men.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1906 | | pagina 375