22 December IÖOd. 387 een Zondagmorgen bij hem te laten bezorgen, dan zou daar naar een nieuw been vervaardigd kunnen worden zonder noemenswaardig verlet voor het betrokken jongmensch. De vrouw verscheen echter niet, doch liet later weten, dat zij van idéé was veranderd en uitsluitend een kunstbeen wenschte. Het armbestuur besprak deze zaak andermaal en toonde zich ten slotte bereid, de vrouw te helpen, te neer, wijl deze uitgaaf niet ten iaste zou komen van de gemeentefondsen, maar bestreden kon worden uit een zoogenaamd extra-potje, waarover het armbestuur in soortgelijke gevallen beschikken kan. Toen de vrouw hierop ontboden was, verscheen zij weer niet en daarop nam het armbestuur het besluit, dat het over deze zaak voor die vrouw niet meer te spreken was. De voorzitter dankt den heer InqenHousz voor de ver strekte inlichtingen en zou den heer Heij'laerts in overweging willen geven, aan genoemde vrouw het verkeerde harer han delwijze onder het oog te brengen en haar aan te raden alsnog excuus te vragen, waardoor wellicht het door haar verlangde resultaat nog zou kunnen bereikt worden. De voorzitter sluit de openbare vergadering, welke alsnu overgaat in eene met gesloten deuren. Verder wordt deze zaak niet besproken. De secretaris, De voorzitter,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1906 | | pagina 387