56
10 Maart 1906.
schouders rust van burgemeester en wethouders. Laat dit
college eerst beginnen met het uitbrengen van een prae-advies,
dan kan de raad oordeelen, of de zaak voldoende is onder
zocht en daarna eene beslissing nemen, wat hem te doen staat.
Spreker acht het daarom niet wenschelijk de zaak nu reeds
aan eene commissie op te dragen.
De heer TEYCH1NÉ zegt, dat het geenszins in zijne bedoe
ling ligt om burgemeester en wethouders te compromitteeren
of onaangenaam te zijn. De zaak is echter van veel belang,
waarom spreker in ieder geval voorlichting wenscht van des
kundigen, wij! geen enkel lid van den raad in staat is, hierover
een zelfstandig oordeel te vormen. Overigens hecht spreker
er minder waarde aan, of die deskundige voorlichting gegeven
wordt aan eene commissie, dan wel aan burgemeester en
wethouders.
De heer VAN KEPPEL betoogt, dat van zijn kant allerminst
eenig wantrouwen in het dagelijksch bestuur op den voor
grond staat. Spreker wenscht derhalve, dat althans één lid
van het dagelijksch bestuur van die commissie zal deel uit
maken, om de vergaderingen te leiden, als anderszins. De
zaak is echter van veel belang en daarom meent spreker, dat
eene speciale commissie hare taak breeder zal opvatten, dan
van burgemeester en wethouders zal kunnen gevorderd worden.
Bovendien heeft zoodanige commissie reeds vroeger bestaan.
De raad heeft ook nog vele andere vaste commission, die dan
eveneens overbodig geacht zouden kunnen worden.
De heer BLOEMARTS meent, dat de kwestie van vertrouwen
of niet vertrouwen van burgemeester en wethouders hier niet
te pas komt. Spreker wil echter eerst het rapport van burge
meester en wethouders afwachten en als dit mocht tegenvallen,
dan zal hij niet schromen tot het verkrijgen van een nader
rapport van deskundigen mede te werken. Niemand der raads
leden is echter deskundige in deze aangelegenheid. Nu kan
er niets op tegen zijn, dat burgemeester en wethouders zich
door deskundigen, die behoorlijk moeten betaald worden, laten
voorlichten, doch voor eene commissie bestaat hiertegen wel
bezwaar.
De voorzitter meent, dat het 't beste zal zijn de adres-