62
10 Maart 1906.
wegafrastering ten zuiden van den overweg verplaatst wordt,
waardoor twee strooken spoorweggrond buiten de afsluiting
zullen komen te vallen, met verzoek deze strooken in beheer
en onderhoud over te nemen en daartoe de zaak aanhangig te
maken bij den minister van waterstaat.
De voorzitter vraagt, of de raad kan goedvinden, dat
hiertoe de noodige stappen bij den minister worden gedaan.
Zonder bedenking wordt hiertoe besloten.
19. Besluit van de gedeputeerde staten van Noord-Brabant,
d.d. 22 Februari 190'?, O, no. 76, houdende machtiging om met
de besturen der gemeenten Ginneken en Teteringen onderhande
lingen aan te knoopen in zake de aanvrage van het gemeen
tebestuur van Teteringen om den kunstweg, gelegen in den
Zandberg, die thans in onderhoud is bij de gemeenten Breda
en Ginneken, aan de gemeente Teteringen over te dragen.
De voorzitter stelt voor dit besluit voor kennisgeving
aan te nemen.
Waartoe besloten wordt.
20. Adres van G. Linnebank te Breda, daarbij verlof ver
zoekende voor den verkoop van alcohoihoudendcn anderen
dan sterken drank.
De voorzitter, dit adres toelichtende, zegt, dat verzoe
ker zich reeds vroeger gewend heeft tot burgemeester en wet
houders en alstoen eene afwijzende beschikking heeft ontvangen,
weik besluit, in hooger beroep, door gedeputeerde staten is
gehandhaafd. Daarop heeft adressant zich gewend tot de
Koningin en is hem toen door den minister van binnenlandsche
zaken medegedeeld, dat er geen termen bestonden tot vernie
tiging van het besluit van gedeputeerde staten. Aangezien deze
zaak niet behoort tot de competentie van den raad, stelt spre
ker voor, ten opzichte van dit adres over te gaan tot de orde
van den dag.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
21. Schrijven van de commissie voor de ambachtsschool
alhier, d.d. 5 Maart 1906, no. 284, daarbij machtiging verzoe
kende, om een 14-tal boomen, staande op de speelplaats der
ambachtsschool, te doen rooien en deze door andere te doen
vervangen.