10 Maart 1906.
63
De voorzitter vraagt, of de raad bereid is de gevraagde
machtiging te verleenen.
Waartoe zonder bedenking besloten wordt.
22. Adres van C. J. Verheijen, wonende te Breda, Haagdijk
27, daarbij ontheffing verzoekende van de voorschriften,
bedoeld in art. 14 der bouwverordening, met betrekking tot
het verbouwen eener keuken achter zijn woonhuis, kadastraal
bekend sectie A, no. 5007.
Bij dit adres is gevoegd het advies der gezondheidscommissie
voor deze gemeente, strekkende om de gevraagde ontheffing
onder daarbij genoemde voorwaarden te verleenen, alsmede
een prae-advies van burgemeester en wethouders, zich vereeni-
gende met het advies der gezondheidscommissie.
De voorzitter vraagt, of de raad zich met de voorge
stelde ontheffing kan vereenigen.
Niemand der leden daartegen eenige bedenking te
kennen gevende, wordt besloten aan C. J. Verheijen
voornoemd de gevraagde ontheffing te verleenen, on
der voorwaarden
a. dat het keukengebouw volgens het plan zooveel
wordt ingekort, dat de open plaats tusschen huiska
mer en keuken over de geheele breedte eene diepte
heeft van minstens 2,25 nieter; en
b. dat het keukengebouw niet hooger wordt dan
3,25 meter.
Wordende aan verzoeker tevens vrijstelling ver
leend van art. 6ü letter b der bouwverordening voor
deze gemeente.
23. Schrijven van de gedeputeerde staten van Noord-Brabant,
d.d. 1 Maart 1905, G, no. 35, daarbij, onder toezending van een
brief van den burgemeester dezer gemeente betreffende eene
nadere vaststelling van de jaarwedden van de wethouders dezer
gemeente, verzoekende dit punt nogmaals in overweging te
willen nemen en omtrent verhooging van de jaarwedden te
dienen van advies.
De voorzitter wijst erop, dat eene algemeene herziening
van de jaarwedden der wethouders in deze provincie heeft
plaats gehad, waarbij die van de wethouders te Breda onver-