10 Maart 1906.
69
De voorzitter wijst erop, dat de toelage niet zoo groot
mag zijn, dat een agent van eene lagere klasse dezelfde bezol
diging zou genieten, dan die van eene hoogere klasse.
De heer jACOBY verzoekt, alvorens verder op de zaak in
te gaan, voorlezing van het examen-programma.
Hieraan voldaan zijnde, wijst de heer JACOBY erop, dat de
agenten van politie zware diensten hebben te verrichten. Van
de twee nachten, moet een agent er één op straat zijn. En
wanneer dan zoo'n man nog lust gevoelt voor studie, moet
dit worden geapprecieerd. Het streven is om van de politie een
vak te maken en wellicht zal reeds binnen korten tijd het be
zit van zoo'n diploma voor benoembaarheid gesteld worden.
Spreker apprecieert het voorstel van den burgemeester, doch
acht dit niet voldoende. Evenals de heer Heijlaerts wenscht
hij die toelage jaarlijks uit te betalen. Dat zal voor de anderen
een spoorslag zijn, om nog meer te studeeren en ook examen
te doen. Ook bij het onderwijs wordt voor het bezit der hoofd
akte eene afzonderlijke belooning toegekend.
De heer VISSERS zegt, dat hij reeds bij de behandeling der
begrooting het voorstel heeft gedaan om aan de agenten, die het
politie-diploma hebben behaald, eene afzonderlijke belooning
toe te kennen. Spreker neeft daar niets meer bij te voegen en
vereenigt zich geheel met het denkbeeld van den heer Heijlaerts.
De heer HEIJLAERTS stelt alsnu voor, de gratificatie, door
den burgemeester voorgesteld, in eene vaste jaarlijksche toelage
te veranderen.
De heer BLOEMARTS wenscht hierover wel het gevoelen
van den burgemeester te vernemen, speciaal of daartegen prin-
cipieele bezwaren bestaan.
De voorzitter zegt, dat hiertegen bij hem inderdaad
principieele bezwaren bestaan. Daardoor toch zouden oudere
agenten, die, met het oog op hun leeftijd, niet meer studeeren
kunnen, en die toch voldoende kennis bezitten door ondervin
ding, achter gesteld worden bij hunne jongere collega's.
De heer SCHELTUS vraagt, of niet een middenweg te vin
den is door de gratificatie te verhoogen en deze te stellen
respectievelijk op f 50,— en f30,—.