70 10 Maart 1906. De heer VAN HAL betoogt, dat bij de aanstelling het bezit van het diploma niet als eisch gesteld wordt, 't Is dus eene zelfstandige onderneming voor de agenten. Het bezit van het diploma kan hun echter van groote waarde zijn bij sollicitatiën en, naar spreker meent, wordt dit ook hier in aanmerking ge nomen bij bevordering tot eene hoogere klasse. Spreker acht de oudere agenten met ondervinding en practische ervaring ook van veel belang voor de gemeente en hij gelooft, dat men den weg van onbillijkheid zou opgaan, als het voorstel van den heer Heijlaerts werd aangenomen. Spreker zal derhalve stemmen vóór het voorstel van den voorzitter. De voorzitter brengt nog in het midden, dat alle agenten 3 uur per week theorie ontvangen. Dat onderricht wordt gege ven door een hoofdagent. De heer JACOBY meent, dat het niet anders dan te prijzen is, dat de agenten zich zelf bekwamen. En wat nu betreft de achteruitstelling van de oudere agenten, wijst spreker erop, dat ook de jongeren geleidelijk oud worden en ondervinding opdoen en dan zal men met een gediplomeerde in ieder geval meer gebaat zijn dan met een niet-gediplomeerde. De heer VAN KEPPEL wenscht in geen enkel opzicht iets af te dingen op de waarde van het diploma, doch het komt hem voor, dat eenerzijds daarvan wat al te veel notitie wordt genomen. De meeste punten van het examen-programma zijn van dien aard, dat zij reeds bij de eerste aanstelling tot politie agent gevorderd dienen te worden. Enkel blijft nog over eenige bekendheid met verschillende wetten. Spreker kan niet inzien, dat het belang van den inwendigen dienst zoozeer erdoor gebaat zou worden, dat het bezit van het diploma eene jaarlijksche toelage wettigt. Dan zou een jong agent zonder practische ervaring een voorsprong hebben bij de ouderen, die reeds de noodige ondervinding hebben opgedaan. De voorzitter wijzigt zijn voorstel thans in dien zin, dat zal worden toegekeurd eene gratificatie van ƒ30,—aan hen, die het diploma zonder aanteekening hebben behaald, benevens eene verhooging van 20,— alzoo 50,voor hen, die het diploma met aanteekening hebben verworven.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1906 | | pagina 70